USA flag GB flag
  

Het oorspronkelijke aleph-beth

André H. Roosma
31 december 2011 (17 jan. 2015)

Het Bijbels Hebreeuws en de meeste andere Semitische talen hebben rond het derde millennium voor Christus één gezamenlijke voorouder.1 Deze proto-taal is groten­deels te reconstrueren uit de verschillende Semitische talen, en wordt Proto-Semi­tisch genoemd. Later ontstonden regionale dialecten die uitgroeiden tot zelfstan­dige talen. De taal in het tweede millenium voor Christus in het (Noord-)Westelijke gebied (rond het huidige Israël, Libanon, Gaza, Jordanië en een groot deel van Syrië) wordt wel West-Semitisch genoemd. Van het schrift dat daar in het tweede millennium werd gebruikt zijn bij archeolo­gische opgravingen een aantal voorbeel­den ontdekt. Ook deze bieden enige aanknopingspunten voor het recon­strueren van de oude (West-) Semitische talen.
Het leuke van dit schrift is dat het in oorsprong een pictografisch schrift was. Een tekst was daarmee leesbaar als een eenvoudig plaatjes-boek. Hier was tot voor 2011 nog weinig fundamenteel onderzoek naar gedaan. Vanuit Hallelu-JaH (een onderdeel van onderzoekscentrum Accede!) is dit onderzoek wel opgepakt, en met tot nu toe al veel verrassende resultaten. Deze voorlopige bevindingen zijn vervat in een uitge­breid levend onderzoeksrapport.2

Dit oude (West-)Semitische schrift werd in de laatste eeuwen van het tweede millen­nium voor Christus vereenvoudigd naar een alfabet-schrift, dat van rechts naar links werd geschreven. Dit werd rond 1000 BC de basis voor onder meer het Paleo-Hebreeuwse, het Moabitische, het vroeg-Aramese, en het Fenicische schrift. De Feniciërs waren een zeevarend volk – ze leefden van de internationale handel – en hebben dit schrift ook in Griekenland geïntroduceerd. De Grieken namen het groten­deels over, alleen spiegelden zij enkele symbolen toen ze in de loop van de tijd van links naar rechts gingen schrijven. Later werden de lettertekens weer wat aangepast overgenomen in het Latijnse schrift dat wij nog steeds hanteren en in het Cyrillische schrift (dat o.a. in Rusland wordt gebruikt). Zo is dit oude Semitische schrift - het schrift van de Bijbelse aartsvaders - dus de voorouder van bijna alle alfabet-schrift-soorten in de wereld. Ook lijken er relaties te zijn met met andere oude pictografische schrift-soorten zoals het vroege Sumerisch en het oude Chinees. Onderzoek hiernaar staat nog in de kinderschoenen.

Voor de eenvoud geef ik hieronder een overzicht van de 22 belangrijkste symbolen uit het oude Semitische schrift, met de belangrijkste betekenissen en de letters uit de Hebreeuwse, Griekse en Latijnse alfabetten die eruit ontstaan zijn. De vorm van de symbolen heb ik als een soort grootste gemene deler afgeleid uit alle vormen die in de gevonden inscripties voorkomen. Waar meerdere gelijkwaardige varian­ten voorkwamen heb ik die gekozen die zich later in het Paleo-Hebreeuws en Fenicisch het meest bestendigd heeft.

 
let­tersymbool voornotie / betekenissen Hebr. vier­kant-schriftGrieksLatijn
’alp: ossekop ossekop os, rund, eerste, belangrijkste, prominente, dierbaarste, gramm. voorvoegsel: ik (1e p. enkelv.) א Α/α A/a
baitu: tent/huis tent/huis (plattegrond) huis, familie, lichaam, vaas, doos, gramm. voorvoegsel: in ב Β/β B/b
gam: voet/been voet/been, bouwers-instrument? voet, gaan, transport, basis ג Γ/γ G/g, C/c
dalt: deur, bewegen, ingaan deur deur, bewegen, binnengaan, dunne lap ד Δ/δ D/d
ah: figuur met geheven handen en gebogen knieën figuur met gehe­ven handen en gebogen knie­ën aanbidden, loven, vreugde, vieren, ontzag, verbazing, verrassing, leven, gramm. voorvoegsel: bena­druk­king ה Ε/ε E/e
wawu: tentharing, pin tentharing, pin zekerheid, verbondenheid, veilig­heid, verbinden, verze­keren, beveiligen, verbond, gramm. voor­voeg­sel: en ו Υ/υ, Ϝ/ϝ U/u, V/v, W/w, Y/y, F/f
zan: zeis zeis
(oorspr. wrschl.: olijf)
zeis, mes, zwaard, instrument (tool), metaal, snijden, hakken, stralen, kostbaar, olijf, olijfolie ז Ζ/ζ Z/z
chet: tent-kleed/wand tent-kleed/wand tent-kleed/-paneel/-wand, afschei­ding, grens, limiet, huid, vlees, leer, buitenkant ח Η/η, Χ/χ? H/h, (Ch)
teth: aardewerken mand aardewerken mand (potten­bakkers­wiel?) aardewerken mand, omhulling, aarde(werk), klei, omhullen, draaien ט Θ/θ (Th)
jad: arm met open hand arm met open hand hand, arm, zijtak/-arm, hij/Hij (God) geeft, werken, geven י Ι/ι I/i, J/j
kaph: geheven hand geheven hand geheven, zegenende of gebie­den­de gezagshand, gezag, zegenen, gebieden כ,ך Κ/κ, Χ/χ? K/k, (Ch)
lam: herdersstaf herdersstaf herdersstaf, stok, herder, leider, man; leiden, weiden, sturen; gramm. voor­voegsel: naartoe, tot e.d. ל Λ/λ L/l
mu: water water water, overvloed, vloeistof (water, melk, etc.), overvloed, meervoud, gramm. voorvoegsel: voortbrengend, wat voortkomt uit, vanuit מ,ם Μ/μ M/m
nun: ontkiemend zaadje ontkiemend zaadje ontkiemend zaadje, zaad, nakome­ling(en), kind(eren), generaties, gramm. voorvoegsel: wat voortkomt uit נ,ן Ν/ν N/n
sin/samekh: palmboom palmboom palmboom (dadelpalm), verster­ken, vruchtbaarheid, leven, troon van God, symbool voor de Boom des Levens, dadel(s), verzoeking, onbekende, hoog, edel ס,שׂ Ξ/ξ, Χ/χ? X/x
‘ajnu: oog / ghajnu: omhulling oog;
als ghajin: omhulling
oog, zien, toezien op, inzicht / omhullen ע Ο/ο, Ω/ω O/o
pu: opening, wind opening, wind (lucht-)opening, mond, neus, wind (luchtstroming), open plek, waaien פ,ף Π/π, Φ/φ3 P/p
tsad: plant (riet-/graan-achtig) plant (riet-/graan-achtig) plant (i.h.b. riet, papyrus, zegge, graan), rechtop (oprecht); persen, uit­per­sen, uitknijpen, ontwate­ren, verdrogen, uitzuigen, dorst צ,ץ Ϡ/ϡ ? (Sampi) -
quph: opgaande zon opgaande zon opgaande zon, opgaan, rond­gaan, cirkel, heen-en-weer of op-en-neer gaan, branden, licht ק Ϙ/ϙ (Qoppa) Q/q
raisu: gezicht van opzij hoofd / gezicht van opzij hoofd, (hogere) ander / Ander (God) ר Ρ/ρ R/r
shad: borsten, hoorn?, wolk? borsten/buste [? wolk, hoorn ?] moederlijke borsten, (levens-)bron, opwellen, uitpuilen, uitsteken, naar voren komen, drenken, voeding ? שׁ Σ/σ/ς S/s, C/c?
tav: kruis-teken kruis-teken kruis, teken, onderschrift, beves­ti­ging, constructie, bewaring, einde, voleindiging, vervulling, voltooiing ת Τ/τ T/t

Noten

1 Voor de eenvoud spreek ik wel over het oude Semitisch als taal en schrift. Heel formeel gesproken moeten we het schrift classificeren als West-Semitisch of Noordwest-Semitisch. Voor het moment waarop de westelijke en oostelijke takken van de Semitische talen (de oosterse bestond met name uit het Akkadisch) nog één waren moeten we verder terug in de tijd (hoe ver precies is nog onderwerp van discussie; waarschijnlijk in het derde millennium BC; zie bijv. Mathilda’s Anthropology Blog voor een discussie erover; een goede wetenschappelijke analyse van de tijden en perioden wordt gegeven in: Andrew Kitchen, Christopher Ehret, Shiferaw Assefa and Connie J. Mulligan, ‘Bayesian phylogenetic analysis of Semitic languages identifies an Early Bronze Age origin of Semitic in the Near East’, Proc. Royal Soc. B 2009, 276, p.2703-2710 (doi:10.1098/rspb.2009.0408; first published online: 29 April 2009); zie ook dit schema .pdf document uit het achtergrondmateriaal bij het laatste artikel, met een andere plaatsing van Arabisch*; de splitsing tussen Hebreeuws en de mogelijk gemeenschappelijke wortel van Aramees en Arabisch blijkt daar te liggen rond het midden van het tweede millennium BC, +/- 400 jaar).
Hieronder een ruwe reconstructie van het ontstaan van de Semitische talen.

Het ontstaan van de bijbehorende schrift-soorten is iets anders verlopen. Zo is bijv. het Hebreeuwse vierkantschrift ontstaan uit het Aramese schrift van ca. 500 BC (door de Joden meegenomen uit Babylon, na hun ballingschap daar). Het Arabische schrift is - mogelijk via het Nabatese schrift - ontstaan uit een Syrische variant van het Aramese schrift.
* Nog een andere plaatsing van het Arabisch, een jongere inschatting van het Proto-Semitisch, en verder grotendeels soortgelijke conclusies in: Geoff K. Nicholls & Robin J. Ryder, ‘Phylogenetic models for Semitic vocabulary’, in: D. Conesa, A. Forte, A. Lopez-Quilez (Eds.), Proceedings of the 26th International Workshop on Statistical Modelling, Valencia, Spain, 2011.
2 Meer informatie over het hier bedoelde oude ‘Hebreeuwse’ schrift in: André H. Roosma, ‘De geschreven taal van Abraham, Mozes en David – Pictografische wortels en basisnoties in de structuur van het vroeg-Bijbelse schrift.pdf document, Hallelu-JaH! uitgebreid onderzoeksdocument over het oude Semitische en Paleo-Hebreeuwse schrift, januari 2011.
3 Voor de Φ/φ (phi) is de klank van de zachte pu: mond, wind (phu) gebruikt, en de vorm van de opgaande zon (quph) (dit laatste kon, want de Ϙ/ϙ (qoppa) werd door de Grieken weinig en al snel helemaal niet meer gebruikt)

Voor meer achtergronden over de vroege geschiedenis van het Bijbels Hebreeuwse aleph-beth, zie bijvoorbeeld (veel meer verwijzingen in bovengenoemd uitgebreide onderzoeksrapport - zie noot 2):

Voor meer informatie over de overname van de oude Fenicische symbolen door de Grieken, zie: Miguel Carrasquer Vidal, ‘The Greek alphabet’, ongedateerd document op Academia.edu.


Reacties

1 Feb. 2014

G.M.

Mijn complimenten over de geweldige informatie die ik van uw site te lezen krijg.
Ik houd mij bezig met de 7 zegeningen, de 7 vruchten uit de Thora. Granaatappel, olijf, vijg, druif, gerst, tarwe en de dadelpalm. Bijzonder om door al deze vruchten het Koninkrijk van God zichtbaar wordt. De informatie van u en de studiereis over de dadelpalm zijn een enorme aanvulling in mijn zoektocht.
Ik wil u hiervoor hartelijk bedanken en wens u Gods zegen toe bij dit werk.
M.vr.gr. G.M. te Zeist
1 Feb. 2014

André (author)

Shalom G.M.,
Bedankt voor uw waarderende woorden en zegen.
Ook ik ben blij met wat God me geeft en wat ik zo mag doorgeven.
Uw studie van die 7 vruchten / zegeningen klinkt interessant.
Gods rijke zegen! Met vriendelijke groet, André.

U kunt verder reageren via de algemene reactie-pagina.


Het vorige artikel was: ‘Het Licht van Kerst’.

Het volgende artikel is: ‘De Palmboom in de Bijbel (1) Symbool van de boom des levens’.

 
home  home ,  nieuws index  ,  artikelen index

  
bloemdecoratie 

Bedankt voor uw belangstelling!

bloemdecoratie