Psalm 1
Liefde of haat tegenover God en Zijn Torah maakt veel verschil!

André H. Roosma
17 februari 2015

De Psalm die ik hier weergeef en bespreken zal is opmerkelijk. Hoe de kerk ermee is omgegaan is nog opmerkelijker. Maar voor ik dat bespreek, hieronder eerst de rijke tekst van deze mooie Psalm zelf; zowel het Hebreeuwse origi­neel, als een nauw­keu­rige Nederlandse vertaling.1

 1 Welzalig de man, die niet wandelt in de raad van de godvijandigen, noch staat op de weg van de zondaars, noch zit in de kring van spotters;אַ֥שְֽׁרֵי־הָאִ֗ישׁ‪ ‬ אֲשֶׁ֤ר לֹ֥א הָלַךְ֮ בַּעֲצַ֪ת רְשָׁ֫עִ֥ים וּבְדֶ֣רֶךְ חַ֭טָּאִים לֹ֥א עָמָ֑ד וּבְמוֹשַׁ֥ב לֵ֝צִ֗ים לֹ֣א יָשָֽׁב׃
 2  maar die in de Torah van JaHUaH zijn welgevallen heeft,
en Zijn Torah overdenkt, dag en nacht.
כִּ֤י אִ֥ם בְּתוֹרַ֥ת יְהוָ֗ה חֶ֫פְצ֥וֹ
וּֽבְתוֹרָת֥וֹ יֶהְגֶּ֗ה יוֹמָ֥ם וָלָֽיְלָה׃
 3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en waarvan het loof niet verwelkt; al wat hij onderneemt, zal floreren.וְֽהָיָ֗ה כְּעֵץ֮ שָׁת֪וּל עַֽל־פַּלְגֵ֫י מָ֥יִם אֲשֶׁ֤ר פִּרְי֨וֹ יִתֵּ֬ן בְּעִתּ֗וֹ וְעָלֵ֥הוּ לֹֽא־יִבּ֑וֹל וְכֹ֖ל אֲשֶׁר־יַעֲשֶׂ֣ה יַצְלִֽיחַ׃
 4 Niet zo zijn de godvijandigen, maar zij zijn als het kaf, dat de wind wegblaast.לֹא־כֵ֥ן הָרְשָׁעִ֑ים כִּ֥י אִם־כַּ֝מֹּ֗ץ אֲ‍ֽשֶׁר־תִּדְּפֶ֥נּוּ רֽוּחַ׃
 5 Daarom blijven de godvijandigen niet staande in het gericht, noch de zondaars in de gemeenschap van de rechtvaardigen.עַל־כֵּ֤ן לֹא־יָקֻ֣מוּ רְ֭שָׁעִים בַּמִּשְׁפָּ֑ט וְ֝חַטָּאִ֗ים בַּעֲדַ֥ת צַדִּיקִֽים׃
 6 Want JaHUaH is vertrouwd met de weg van de rechtvaardigen; maar de weg van de godvijandigen zal vergaan.כִּֽי־יוֹדֵ֣עַ יְ֭הוָה דֶּ֣רֶךְ צַדִּיקִ֑ים וְדֶ֖רֶךְ רְשָׁעִ֣ים תֹּאבֵֽד׃
 

Psalm 1

De vertalers van NBG vertaling zetten boven deze Psalm: De twee wegen, en die van de Herziene Statenvertaling: Twee wegen. Hij gaat dus onder andere over een keus tussen twee opties.

Wat u wellicht al direct in vers 1 opvalt, is mijn vertaling ‘de godvijandigen’. De meeste vertalingen hebben hier ‘de goddelozen’ (NBG, SV en HSV; de NBV heeft: ‘wie kwaad doen). Het Hebreeuwse woord is רְשָׁ֫עִ֥ים - resha‘im - het meervoud van רָשָׁע - rasha‘; dat zijn slechte mensen die vooral gekenmerkt worden doordat ze radicaal tegen God ingaan; lak hebben aan wat Hij zegt. Het gelijke werkwoord betekent onder andere overtreden. Het gaat niet om iemand die een keer zondigt, maar om mensen die bewust zondigen. Het woord goddelozen had ooit een scherpere bete­kenis die hier dicht bij kwam, maar vind ik momenteel hier niet duidelijk genoeg meer. De Engelse King James vertaling vertaalt dit woord meestal met wicked - slecht / slechte­rik. En m’n woordenboek voegt aan dat wicked toe: vijandig tegenover God. Er zit ook iets in van leugenachtig. De woorden ‘zondaars’ en ‘spotters’ versterken dit hele beeld.
De schrijver zegt dat degene welza­lig is die beslist niet bij de mensen wil horen die door die drie woorden worden gekenschetst. Hij moet letterlijk niets van ze hebben. Hij wil hun advies niet, hij staat niet met hen op dezelfde weg, en doet niet met hun spotterij mee. In de verzen 4 en 5 laat hij zien waar hun weg heen gaat: nergens heen. Als kaf door de wind worden ze weggeblazen en je vindt er niets meer van terug. En ook in het gericht blijven ze niet staande.

Maar wie is dan wél gelukkig? Aan wie kunnen we een voorbeeld nemen? En: wat doet die persoon? Hoe leeft hij? Dat geeft de schrijver aan in vers 2. Deze persoon heeft een welgevallen in de Torah van JaHUaH. In een ander artikel ging ik al eens wat explicieter in op dat woord welgevallen. De bron ervan houdt in dat deze per­soon dol is op de Torah van JaHUaH, zoals een man of vrouw dol kan zijn op zijn of haar geliefde.
Het woord overdenkt in het vervolg van dit vers is een vertaling van het Hebreeuwse יֶהְגֶּ֗ה - jehgeh. Dit is de tweede persoonsvorm imperfect van het werkwoord hagah, en is ook wel verschillend vertaald. De stam ervan komt over­een met die van hagag - fluisteren, zacht spreken, als het gesprek wat je voert in je hart. Hagah wordt ook wel gebruikt voor een zucht of een klacht, voor het zachte gekir van duiven, het ietwat ingehouden brommen van een leeuw of het rollen van de donder in de verte. Ook voor lage, zachte tonen van een muziek­instrument. Merk op dat al deze noties aansluiten bij de oude schrijfwijze ah: figuur met geheven handen en gebogen knieën gam: voet/been ah: figuur met geheven handen en gebogen knieën, die uit te leggen is als: aanbidden met je voeten, als in dansen of stampen. Het wordt niet zelden betrok­ken op wat er in iemands hart omgaat en wordt dan vertaald met overdenken (zoals ik hier deed), mediteren, prakkizeren of mijmeren. Een enkele keer staat het gewoon voor spreken. Er is een associatie met de er sterk op lijkende stam chag - (pelgrims-)feest, waarbij men feestelijk heen en weer dansend herdacht wat God gedaan had. Het is duidelijk, dat in elke vertaling iets verloren gaat van de breedte van het origineel.

En hier is het waarvan ik zei: het is heel opmerkelijk hoe de kerk ermee is omge­gaan. Heeft de kerk niet gezegd dat de Torah niet meer relevant is? Die vreugde­volle Torah, die bestaat uit de vijf boeken die Mozes onder Gods leiding geschreven heeft, en die verhaalt over heel die mooie weg die God vanaf het eerste begin met de mensen ging... Men heeft dat vreugdevolle woord Torah hier wegvertaald, er meestal ‘wet’ van gemaakt en erbij gedacht dat deze Psalm zou gaan over geloof in het algemeen. Daarbij paste die vertaling de goddelozen. Want daartegenover kon men zetten: de gelovigen. De twee wegen zouden te maken hebben met geloven of niet geloven. Maar ook die resha‘im kunnen gelovig zijn. Ze gaan echter in hun levenswandel in tegen Gods Torah. Hun tegenpolen hebben de Torah lief. En ze zijn in hun hart dag en nacht met die Torah bezig.

Hun beloning is dat ze zullen zijn als een boom die bij een waterstroom is geplant. Dit doet me denken aan wat Jezus zegt, dat we in Hem levend water ontvangen, tot overstromens toe. Bij hun loof kunnen we eraan denken dat er in het loof van bomen, in het bijzonder van palmen, een metafoor werd gezien: zoals ze hun groene takken lijken op te heffen naar de hemel, lijkt het of ze daarmee God aanbidden. Dus de aanbidding van deze mensen houdt nooit op, kent geen winterseizoen. Zo iemand draagt vrucht op zijn tijd; we kunnen ook lezen: op Zijn, dat wil zeggen: Gods, tijd. Wat hij onderneemt, zal floreren.

Dat is nogal heftig. Je bent zo welzalig als je de Torah intens liefhebt en je dag en nacht die Torah overdenkt. Doet u dat? Kent u mensen die zich dag en nacht in de Torah verdiepen?

Ik weet dat er christenen zijn die mij mijden of – achter mijn rug – kritiek op mij heb­ben tegenover derden, omdat ik zoveel met het Eerste Testa­ment, en in het bijzon­der met de Torah, bezig ben...

Opvallend is het laatste vers van deze Psalm. God JaHUaH is vertrouwd met de weg van de rechtvaardigen; maar de weg van de godvijandigen zal vergaan. Veel christe­nen zeggen op basis van Romeinen 3: 10 dat er geen rechtvaardigen bestaan. De Psalmist zegt echter dat deze mensen wél bestaan en dat God vertrouwd is met de weg die zij gaan. Dat laatste houdt in dat er een openheid is van deze mensen naar God toe, in al hun levenskeuzen. Dát is een groot verschil met die andere groep: de godvijandigen, zondaars en spotters, die zich voor God afsluiten en zich tegen Hem keren. De context van de Psalm geeft ook aan dat het bij deze rechtvaardigen gaat om mensen die de Torah liefhebben en dag en nacht die Torah overdenken.2 Uit ervaring weet ik dat je verdiepen in de Torah er inderdaad toe kan leiden dat je meer open wordt naar God toe. Zien hoe geduldig Hij is met bijvoorbeeld Ja‘aqobh laat je niet koud... Zoals Hij al die mensen toen in liefde en geduld leidde en zegende, wil Hij ook nu mij en jou leiden en zegenen. Misschien een goed idee om dan die Torah ook meer te gaan lezen en overdenken?

Met zulke mooie beloften is het toch zeker de moeite waard...

Hallelu JaHUaH !


Noten

1 De glorierijke Naam van God geef ik hier zo goed mogelijk weer vanuit het oudste Hebreeuwse origineel.
Voor meer achtergrond informatie over de glorierijke Naam van God, JaHUaH, zie:
André H. Roosma, ‘De wonderbare en liefelijke Naam van de God Die er was, Die er is, en Die er zijn zal.pdf document, uitgebreide Accede!/Hallelu-JaH! studie (ca. 90 p.), juli 2009.
2 De Torah zou dan wel eens heel wat anders kunnen inhouden dan we altijd gedacht heb­ben. In plaats van een serie wetten zou het wel eens een verhaal van vreugde en genade kunnen zijn. Zie, om te beginnen, bijvoorbeeld de serie artikelen over de Torah zoals ik die hier eerder publiceerde.

Reacties

naam: *
e-mail: * (wordt niet openbaar gemaakt)
website: (optioneel)
reactie:
Ik wil graag dat mijn reactie hier wel / niet opgenomen wordt.
* = verplicht veld


 
home  home ,  nieuws index  ,  artikelen index

  
bloemdecoratie 

Bedankt voor uw belangstelling!

bloemdecoratie