Psalm 118 –
Een prachtige, profetisch-Messiaanse Hallél Psalm rond Pesach

André H. Roosma
21 april 2012

In een van de artikelen over Pesach noemde ik al dat in de joodse traditie tijdens het Pesach-feest meestal een Hallél werd en wordt uitgesproken of gezongen. Dat kan zijn het Groot Hallél en/of het gewone Hallél; Psalm 136 of de Psalmen 113 tot en met 118.

Hieronder wil ik stilstaan bij het slot van het gewone Hallél (dat geenszins gewoon is, maar heel bijzonder): Psalm 118. Dit was een van Luther’s favoriete Psalmen; hij schreef erover: „Dit is mijn Psalm, die ik liefheb.”1

Voor het overzicht neem ik hier de hele Psalm op. En om wat dingen vanuit het Hebreeuws te laten zien voeg ik ook het Hebreeuwse origineel toe, naast mijn Nederlandse vertaling.
Zoals we zullen zien, is het een heel profetische en toepasselijke Pesach-Psalm, vol met verwijzingen naar Het Pesach-Lam Jeshu‘ah, Die de weg naar het leven met JaHUaH – God de Vader – voor ons opende; Hallelu JaH !
Hoogstwaarschijnlijk was dit ook het laatste loflied dat Jeshu‘ah en Zijn discipelen zongen vlak voor Hij met hen naar de Olijfberg ging waar Hij even later werd opge­pakt om voor ons allen Het Pesach-Lam te worden (Mattit-Jahu (Mattheus) 26: 30).

1Loof JaHUaH, want Hij is goed, ja, Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. הוֹדוּ לַיהוָה כִּי־טוֹב: כִּי לְעוֹלָם חַסְדּוֹ
2Laat Israël nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. יֹאמַר־נָא יִשְׂרָאֵל כִּי לְעוֹלָם חַסְדּוֹ
3Laat het huis van Aäron nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. יֹאמְרוּ־נָא בֵית־אַהֲרֹן כִּי לְעוֹלָם חַסְדּוֹ
4Laat wie JaHUaH vrezen, nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. יֹאמְרוּ־נָא יִרְאֵי יְהוָה כִּי לְעוֹלָם חַסְדּוֹ
5Uit de benauwdheid heb ik tot JaH geroepen, JaH heeft mij geantwoord en in de ruimte gesteld. מִן־הַמֵּצַר קָרָאתִי יָּהּ עָנָנִי בַמֶּרְחָב יָהּ
6JaHUaH is met mij, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen? יְהוָה לִי, לֹא אִירָא מַה־יַּעֲשֶׂה לִי אָדָם
7JaHUaH is met mij, onder mijn helpers, daarom zal ik neerzien op degenen die mij haten [of: hen dóórzien]. יְהוָה לִי בְּעֹזְרָי וַאֲנִי אֶרְאֶה בְשֹׂנְאָי
8Het is beter bij JaHUaH te schuilen dan op de mens te vertrouwen; טוֹב לַחֲסוֹת בַּיהוָה מִבְּטֹחַ בָּאָדָם
9het is beter bij JaHUaH te schuilen dan op edelen te vertrouwen. טוֹב לַחֲסוֹת בַּיהוָה מִבְּטֹחַ בִּנְדִיבִים
10 Alle volken omringden mij; in de Naam van JaHUaH heb ik ze neergehouwen [of: besneden]; כָּל־גּוֹיִם סְבָבוּנִי בְּשֵׁם יְהוָה כִּי אֲמִילַם
11 zij omringden mij, ja, zij omsingelden mij; in de Naam van JaHUaH heb ik ze neerge­houwen; סַבּוּנִי גַם־סְבָבוּנִי בְּשֵׁם יְהוָה כִּי אֲמִילַם
12 zij omringden mij als bijen, zij werden als een doornenvuur uitgeblust; in de Naam van JaHUaH heb ik ze neergehouwen. סַבּוּנִי כִדְבוֹרִים דֹּעֲכוּ כְּאֵשׁ קוֹצִים
בְּשֵׁם יְהוָה כִּי אֲמִילַם
13 U had mij wel duchtig gestoten, tot vallens toe, maar JaHUaH heeft mij geholpen. דַּחֹה דְחִיתַנִי לִנְפֹּל וַיהוָה עֲזָרָנִי
14 JaH is mijn sterkte en loflied, Hij is mij tot heil [lett.: tot Jeshu‘ah] geweest. עָזִּי וְזִמְרָת יָהּ וַיְהִי־לִי לִישׁוּעָה
15 [Hoor!] een stemgeluid van vreugde en heil [lett.: Jeshu‘ah] in de tenten van de rechtvaar­digen: De rechterhand van JaHUaH doet krachtige daden, קוֹל רִנָּה וִישׁוּעָה בְּאָהֳלֵי צַדִּיקִים יְמִין יְהוָה עֹשָׂה חָיִל
16 de rechterhand van JaHUaH is verheven, de rechterhand van JaHUaH doet krachtige daden! יְמִין יְהוָה רוֹמֵמָה יְמִין יְהוָה עֹשָׂה חָיִל
17 Ik zal niet sterven, maar leven en ik zal de daden van JaH vertellen. לֹא־אָמוּת כִּי־אֶחְיֶה וַאֲסַפֵּר מַעֲשֵׂי יָהּ
18 JaH heeft mij stevig onder handen genomen, maar aan de dood heeft Hij mij niet overgegeven. יַסֹּר יִסְּרַנִּי יָּהּ וְלַמָּוֶת לֹא נְתָנָנִי
19 Ontsluit mij de poorten van de gerechtigheid, ik zal daardoor binnengaan, ik zal JaH loven. פִּתְחוּ־לִי שַׁעֲרֵי־צֶדֶק אָבֹא־בָם אוֹדֶה יָהּ
20 Dit is de poort naar JaHUaH, de rechtvaardigen gaan daardoor binnen. זֶה־הַשַּׁעַר לַיהוָה צַדִּיקִים יָבֹאוּ בוֹ
21 Ik loof U, omdat U mij geantwoord hebt en mij tot heil [lett.: tot Jeshu‘ah] geweest bent. אוֹדְךָ כִּי עֲנִיתָנִי וַתְּהִי־לִי לִישׁוּעָה
22 De steen die de bouwlieden versmaad hebben, is tot een hoeksteen geworden; אֶבֶן מָאֲסוּ הַבּוֹנִים הָיְתָה לְרֹאשׁ פִּנָּה
23 van JaHUaH is dit geschied, het [of: Hij] is wonderlijk in onze ogen. מֵאֵת יְהוָה הָיְתָה זֹּאת הִיא נִפְלָאת בְּעֵינֵינוּ
24 Dit is de dag die JaHUaH gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen. זֶה־הַיּוֹם עָשָׂה יְהוָה נָגִילָה וְנִשְׂמְחָה בוֹ
25 Och JaHUaH, geef toch heil, och JaHUaH, geef toch voorspoed! אָנָּא יְהוָה הוֹשִׁיעָה נָּא אָנָּא יְהוָה הַצְלִיחָה נָּא
26 Gezegend Hij, die komt in de Naam van JaHUaH; wij zegenen U uit het huis van JaHUaH. בָּרוּךְ הַבָּא בְּשֵׁם יְהוָה בֵּרַכְנוּכֶם מִבֵּית יְהוָה
27 JaHUaH is God, Hij heeft ons licht gegeven. Bind de feestoffers met touwen vast bij de hoornen van het altaar. אֵל יְהוָה   וַיָּאֶר־לָנוּ אִסְרוּ־חַג בַּעֲבֹתִים   עַד קַרְנוֹת הַמִּזְבֵּחַ
28 U bent mijn God, U zal ik loven, o mijn God, U zal ik verhogen. אֵלִי אַתָּה וְאוֹדֶךָּ אֱלֹהַי אֲרוֹמְמֶךָּ
29 Loof JaHUaH, want Hij is goed, ja, tot in eeuwigheid is Zijn goedertierenheid. הוֹדוּ לַיהוָה כִּי־טוֹב: כִּי לְעוֹלָם חַסְדּוֹ.

Psalm 118

Wat bij het overzien van deze Psalm direct opvalt is hoe enorm vaak de glorierijke Naam van God: JaHUaH erin vóórkomt: 28 keer (waarvan 6 keer in de verkorte vorm JaH). Zoals meestal, heeft dat te maken met de betekenis van die heerlijke Naam!2 De glorierijke Naam JaHUaH herinnert eraan dat God gezegd heeft dat Hij nabij wil zijn; mét Zijn mensen. Die magnifieke Naam herinnert er ook aan, dat Hij Degene is Die leven geeft – vol leven in vreugdevolle verwondering en aanbidding jegens onze Schepper en in verbondenheid met Hem en elkaar.
Die magnifieke Naam wordt hier aan het begin en aan het eind van de Psalm verbon­den met het He­breeuw­se woord חסד - chesed, dat we al eerder tegenkwamen en bespraken. Het beschrijft een karakteristiek aspect van Gods karakter, verbonden met Pesach: Zijn genade of ‘goedertierenheid’. De Psalmist zegt dat de chesed van JaHUaH tot in eeuwigheid is. Hij raakt nooit op of uitgeput.
Vers 5 geeft aan waarop de Psalmist dit baseert: zijn eigen positieve ervaringen met JaHUaH.
Dit heeft voor hem gevolgen voor de toekomst (vers 6); omdat JaHUaH mét hem is, ziet hij de toekomst met vertrouwen tegemoet.
In vers 7 breidt hij dit nog uit tot situaties die moeilijk zijn, door mensen die hem haten.

In de verzen 8 en 9 trekt hij de conclusie voor een ieder: gezien de eeuwige chesed van JaHUaH, is Hij een betere basis om op te vertrouwen dan je zelf bent of dan zelfs edelen dat ooit zijn. En opnieuw motiveert hij dit vanuit zijn eigen positieve erva­rin­gen met JaHUaH, in de verzen 10 tot en met 18.
Opmerkelijk in de verzen 10, 11 en 12 is het woord אֲמִילַם - ’amilam, hier vertaald als ‘ik heb ze neerge­houwen’. Dit is een verbuiging van het werkwoord מוּל - mul [spreek uit: moel], dat staat voor afsnijden, besnijden of vernietigen (dan wel: afgesne­den, besneden of vernietigd worden). Degenen die hun hart niet door God laten besnij­den, of zich als rank aan de wijnstok niet wil laten snoeien, staat afgesneden worden en vernietiging te wachten (vgl. Deutero­nomium 10: 16; Jirme-Jahu (Jeremia) 4: 4; Romei­nen 2: 29; Filippenzen 3: 3; Kolossenzen 2: 11 en Johannes 15: 2, 6)!
Vers 14 is opvallend, omdat het een van de vele verzen in het Eerste Testament is waar impliciet al verwezen wordt naar Jezus oftewel Jeshu‘ah (vgl. Exodus 15: 2).

Vers 16 doet me denken aan het oude symbool van de geheven hand: kaph: geheven hand en de bete­kenis ervan.3 De geheven rechterhand van een vorst of priester stond voor zijn gezag en voor zijn zegen. De schrijver merkt hier op dat de rechterhand van JaHUaH ver­heven is – letterlijk opgeheven én hoog geëerd – en met kracht dingen bewerkt.

Die combinatie van de chesed en de zegenende macht van JaHUaH geeft de schrijver van deze Psalm veel vertrouwen. Hij weet dat hij daardoor niet slechts zal óverleven, maar ten volle zal Léven (vers 17)! Hoe JaHUaH hem genadig is en vanuit Zijn macht zegent, schept ook een band en veel waardering. Hij wil JaHUaH eren en Zijn daden aan anderen bekend maken (verzen 17 en 19).

In de veelzeggende tekst van het eerste deel van vers 19 zien we in feite de origine­le pictogrammen van het woord chesed terug: chet: tent-paneel, wand, grenssin/samekh: palmboomdalt: deur – letterlijk: de afgezette grens rond de palmboom (symbool van de Boom des Levens) binnengaan.3 In het derde arti­kel over Pesach zagen we dat Jeshu‘ah de ingang naar het leven met God opende, toen Hij als Het Pesach-Lam Zijn bloed op het kruis in onze plaats gaf. „Dit is de poort naar JaHUaH, de rechtvaardigen gaan daardoor binnen.” (vers 20). En het is in deze verzen overdui­delijk, dat de Psalmist niets anders wil dan daar in het heiligdom, dicht bij God zijn en leven (vergelijkbaar met wat David zegt in Psalm 27: 4).
En inderdaad is het een sterke reden om Zijn Naam JaH te belijden (zo het werkwoord jadah uit het tweede deel van vers 19 ook vertaald kan worden) en Hem te loven (vers 21), dat JaHUaH naar deze wereld is afge­daald en ons tot Jashu‘ah, tot Het Pesach-Lam is geworden om ons eeuwig leven te schenken in Zijn nabijheid!

De verzen 22 en 23 verwijzen opnieuw duidelijk naar Jeshu‘ah: „De steen die de bouwlieden versmaad hebben, is tot een hoeksteen geworden; van JaHUaH is dit geschied, het [of: Hij] is wonderlijk in onze ogen.” Jezus verwees er later naar (Mattit-Jahu (Mattheus) 21: 40; Lukas 20: 17), evenals de profeet Jesha‘-Jahu (Jesaja) al had ge­daan (Jes. 8: 14-15; 28: 16) en verschillende apostelen nog later deden (Handelingen 4: 11; Romeinen 9: 33; 1 Petrus 2: 4, 7).

Bij het „Dit is de dag die JaHUaH gemaakt heeft;” uit vers 24 kunnen we in principe aan elke dag denken, maar in de context wel heel toepasselijk is die bewuste Pesach-dag waarop Jeshu‘ah door Zijn bloed op het kruis de ingang naar het leven met God opende. Over die dag waarop kunnen we inderdaad juichen en ons verheugen!
Het אָנָּא יְהוָה הוֹשִׁיעָה נָּא„’Áná’ JaHUaH hoshi‘áh ná’” uit vers 25 en het „Gezegend Hij, die komt in de Naam van JaHUaH;” uit vers 26 wijzen ook duidelijk in die rich­ting (vergelijk Mattit-Jahu 21: 9, waar Jeshu‘ah Jerushalem binnenrijdt op een ezels­veulen „En de scharen, die voorgingen en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna de Zoon van David! Gezegend is Hij, Die komt in den Naam van JaHUaH! Hosanna in de hoge!”).
En er is nog een toekomstige uitvoering van De Dag, door JaHUaH gemaakt. Dat is de dag waarop Jeshu‘ah terugkomt en het recht zal herstellen. Dat zal een gewel­dige Jom Kippur – Grote Verzoendag en Oordeelsdag zijn!

Op zo’n uiteenzetting kan dan nog maar één ding volgen: een verklaring van toewij­ding aan en grote offerbereidheid jegens JaHUaH, een verklaring dat Hij alleen voor de titel ‘mijn God’ in aanmer­king komt, en dat alleen aan Hem alle lof toekomt (verzen 27-29).

Hallelu JaH !


Noten

1 Citaat uit: K. Aug. Dächsel, Bijbel, of: De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonie­ke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzet­ting), met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Ned. bewerking: H. van Griethuijsen Antzn.; naar het Hoogduitsch), Deel 3: Kronijken – Hooglied, J.H. Bos, Kampen, 1897; ISBN 978 90 3310064 2 (?); p.773.
2 Betreffende de glorierijke Naam van God, zie:
André H. Roosma, ‘Leven, veiligheid en verbondenheid in blijde aanbidding, uit de hand van God.pdf document, Hallelu-JaH! webartikel, januari 2011.
André H. Roosma, ‘Het Shema‘ – de Israëlische geloofsbelijdenis (1)’, Hallelu-JaH! web­artikel, januari 2012.
André H. Roosma, ‘De wonderbare en liefelijke Naam van de God Die er was, Die er is, en Die er zijn zal.pdf document, uitgebreide Accede!/Hallelu-JaH! studie (ca. 90 p.), juli 2009.
3 Meer informatie over het hier bedoelde vroeg-Bijbelse schrift in: André H. Roosma, ‘De geschreven taal van Abraham, Mozes en David – Pictografische wortels en basisnoties in de structuur van het vroeg-Bijbelse schrift.pdf document, Hallelu-JaH! werkdocument over het oude Semitische en Paleo-Hebreeuwse schrift, januari 2011.

Zie ook ‘Psalm 118’, een Engelstalige (structuur)studie van deze Psalm, in de categorie Israel’s Messenger, Messianic Prophecies, ... op de site van Jewish Awareness Ministries.


Reacties

naam: *
e-mail: * (wordt niet openbaar gemaakt)
website: (optioneel)
reactie:
Ik wil graag dat mijn reactie hier wel / niet opgenomen wordt.
* = verplicht veld


Vorige artikel: ‘Pesach (3) Jeshu‘ah vervult Pesach’.

Volgende artikel: ‘Tsitsit – Een teken van floreren, om ons te herinneren aan de zegenende en machtige hand van JaHUaH’.

 
home  home ,  nieuws index  ,  artikelen index

  
bloemdecoratie 

Bedankt voor uw belangstelling!

bloemdecoratie