De Lofzang van MariamEen
oproep om dankbaar op te zien naar JaHUaH, de God Die barmhartig en
trouw omziet naar geringe mensen
André H. Roosma 11 dec. 2015
Dit artikel is een vervolg op een artikel dat ik vorig jaar in de
adventstijd schreef in de serie De veelzeggende Naam van God
over De Lofzangen van Mariam en Channah. In de inleiding schreef ik toen : „De adventstijd is weer begonnen
– een tijd waarin we met vreugde stilstaan bij de eerste komst van Jezus
(Jeshu‘a of voluit: JaHU-shu‘a) naar deze wereld. Hoewel ik weet dat Hij vrijwel zeker
tijdens de najaarsfeesten is geboren en niet eind december, las ik nu
toch Lukas 1 weer eens. De Bijbel vertelt ons daar, dat de Engel Gabri’el
tot Mariam (bij ons normaliter bekend als Maria1)
gezonden werd, en tot haar sprak over dat zij door de Helige Geest in
verwachting zou raken van Jeshu‘a - de Redder
van Godswege. Het verhaal vertelt dan dat zij kort daarna naar ’Elisabet
reisde. Daar aangekomen, wordt ’Elisabet vervuld met Gods Geest en
profeteert bemoedigend en bevestigend over Mariam. Dan barst Mariam uit in een
loflied.” De gebruikelijke vertaling van dat loflied paste ik toen
iets aan, op basis van het meest waarschijnlijke Hebreeuwse of Aramese
origineel:
46 En Mariam zei:
„Mijn ziel maakt groot JaHUaH;
47 en mijn geest verheugt zich in God, mijn
Redder;
48 omdat Hij heeft omgezien naar de nederige
staat van Zijn dienares. Want zie, van nu aan zullen alle geslachten mij zalig
spreken.
49 Want Hij, Die machtig is, heeft grote dingen aan
mij gedaan en heilig is Zijn Naam.
50 En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot
geslacht over degenen, die Hem vrezen.
51 Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn
arm; Hij heeft verstrooid hen, die hoogmoedig zijn in de gedachten van hun
hart.
52 Hij heeft machtigen van de troon afgetrokken,
en nederigen heeft Hij verhoogd.
53 Hongerigen heeft Hij met goede dingen verzadigd;
en rijken heeft Hij met lege handen weggestuurd.
54 Hij heeft Israël, Zijn knecht, omarmd,
en Hij was daarmee gedachtig aan de barmhartigheid;
55 (zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen,
namelijk tot Abraham, en zijn nageslacht) in eeuwigheid!...”
Lukas 1
Eerder deze week begon ik al aan dit artikel. Blij verrast was ik toen ik
zag dat Jos Douma in zijn Tijd met
Jezus Bijbelmoment serie over de barmhartigheid van God onze Vader,
juist vandaag ook bij deze passage stilstaat. Hij geeft mooi weer waar het om
gaat:
„Maria zingt een lied. Het is een prachtig lied. Recht uit
haar ziel. Ze looft God. Want hij heeft machtige dingen gedaan. Niet alleen
voor haar. Want het is inderdaad bijzonder dat ze de moeder van de messias
gaat worden. Dat is een heel persoonlijk geluk. Maar Maria zet en zingt het in
een breder kader. Zij is Maria, aanstaande moeder, kind van God. Maar ze maakt
deel uit van Gods volk. En dat maakt weer deel uit van heel de mensheid.
Heel die mensheid, van de ene op de andere generatie en zo steeds maar door,
moet het hebben van de barmhartigheid van God. Het is zijn liefdevolle
tederheid, zijn genadige bewogenheid waar het uiteindelijk om gaat.
Ja, dáár draait het hier om: niet dat we Mariam op een voetstuk
gaan plaatsen, integendeel. Zelf spreekt ze over haar geringe staat; maar het is
God JaHUaH Die barmhartig is. Hij, haar Redder, haar Verlosser, heeft
naar haar omgezien! De mensen die zichzelf hoog achtten, heeft Hij verlaagd,
en de nederigen verhoogd. Ze illustreert dat wat Hij met haar deed, helemaal
past bij Zijn handelwijze door de hele geschiedenis heen. Hier zien we dus
wederom die twee voornaamste eigenschappen van de God van Isra’el
naar voren komen: genade of barmhartigheid, en trouw of integriteit.2
Ja ook Zijn trouw en betrouwbaarheid bezingt ze, door te ons te herinneren
aan de beloften die Hij eerder deed aan Abraham en zijn (klein)kinderen
– door alle generaties heen.
In m’n eigen leven heb ik het gezien en ook in m’n pastorale
praktijk zie ik het: veel te vaak lopen we als mensen alsmaar keihard ons best
te doen om onze geringe staat wat op te vijzelen. Bezorgd over hoe we op anderen
overkomen, bezorgd over of we wel een goede christen zijn, strijdend tegen oude
patronen waar we maar niet in kunnen veranderen. En onbewust geven we onszelf
voortdurend de boodschap dat het allemaal van onszelf en van onze prestatie
afhangt. We worden moe en depressief. En we vergeten wat de apostel Paulus
schreef over zijn persoonlijke ontdekking: dat Gods kracht pas ten volle
zichtbaar wordt in onze zwakheid... (2 Kor.
12: 7-10) In plaats van al dat geploeter mogen we opzien naar de God Die Zich juist
ontfermt over de geringe en de zwakke. We mogen ons gerust weten, ja, ons
verheugen, in Zijn barmhartigheid en trouw! Juist en alleen dáár,
dicht bij Zijn warme Vader-hart, ontdekken we dat Hij ons van binnen uit
verandert en zorgt dat we volledig tot onze bestemming komen. Dan is het
Zijn werk in ons, niet langer ons eigen werk!
Dit lied van Mariam stemt dus niet tot Maria-verering of iets dergelijks.
Nee, het mag ons wel inspireren, om ook dankbaar op te zien naar JaHUaH,
de God Die barmhartig omziet, juist naar geringe mensen. Ja, Hij
aarzelt zelfs niet om de van zichzelf zwakken in te schakelen bij Zijn grote
heilsplan (vgl. 1 Kor. 1: 23-31; Jak. 2: 5; Mat. 11:
25). Zijn barmhartigheid en trouw, zoals bewezen aan Mariam en via Gods
Zoon die in haar groeide ook aan ons, mag ons stemmen tot grote dankbaarheid
en ontzag. Het is een reden om Zijn grote Naam te eren!
Jos Douma besloot zijn Bijbel-moment met een gebed en een vraag, die ik hier
ook graag overneem (met een kleine wijziging in het
hoofdletter-gebruik):
Gebed: Heer, met Maria willen we meedoen in het eren van
Uw Naam. U bent onze Redder, de eeuwig Barmhartige, de God die ons nooit
vergeet! Amen Vraag: Waarin herken jij Gods barmhartigheid voor alle
mensen?
Hallelu JaH !
Noten
| 1 |
De namen in de Bijbel hebben betekenis. Daarom
translitereer ik ze zorgvuldig, zodat ze herkenbaar blijven. Vooral de
glorierijke Naam van God geef ik hier zo goed mogelijk weer vanuit het oudste
Hebreeuwse origineel. Voor meer achtergrond informatie zie:- ‘De wonderbare en liefelijke Naam van de
God Die er was, Die er is, en Die er zijn zal’
, uitgebreide Accede!/Hallelu-JaH! studie (ca. 90 p.),
juli 2009. - ‘„IK BEN met u!” – Leven
vanuit de belofte van Gods heerlijke Naam’
, Accede! /
Immanuel levensstijl web-artikel, nov. 2010.
- ‘Leven, veiligheid en verbondenheid in blijde aanbidding, uit de hand van
God’,
Hallelu-JaH! webartikel, januari 2011.
Meer op de artikelen-pagina.
Voor wat betreft de gebruikte transliteraties en uitspraak van deze en
andere namen zie ook: ‘Namen in de Bijbel
(1) – Inleiding’, kort Hallelu-JaH! artikel, 2014-07-18; en de rest van die artikelen-serie.
De naam Mariam is trouwens heel bijzonder. Zoals ik eerder aangaf, kun je haar naam in het
oude Semitische schrift lezen als: de overvloed van God gaf een moeder. |
| 2 |
Zie Het Karakter van God — חסד
ואמת - chesed we
’emet - genade en waarheid. Zie ook:
Psalm 25 - In elke ellende hoop, dank zij JaHUaH! en het gedicht: Ik dacht... van André H. Roosma, op www.12accede.nl, febr. 1995. |
Zoals ik in het eerdere artikel aangaf, is de gelijkenis
van de lofzang van Mariam met die van Hanna (in
de Hebreeuwse grondtekst heette ze Channah) opvallend:
1 Toen bad Channah
en zei: „Mijn hart springt op van vreugde in JaHUaH, mijn hoorn
is opgeheven in JaHUaH; mijn mond is wijd open tegen mijn vijanden,
want ik verheug mij in Uw redding [in Jeshu‘a-tekha]. ...”
1 Shemu’el 2: 1
In het eerste deel prijzen deze vrouwen JaHUaH,
vervolgens wijzen ze beiden op de redding die Hij gaf. En het woord dat
in Lukas 1: 47 vertaald is met Redder (andere vertalingen
hebben wel: Zaligmaker) is in de Hebreeuwse versie
afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord jasha‘ - redden,
verlossen; net als de redding waarover Channah zong. In de basis hiervan
zit het element van te hulp komen. Beide vrouwen hadden met
vreugde ervaren dat God hen in hun lage staat te hulp was gekomen. De stam
van dit werkwoord jasha‘ ligt ook aan de basis van de
originele Hebreeuwse Naam van Jezus: JaHU-shu‘a. Wat Mariam en
Channah zongen, verwees dus ook in die zin weer naar de heerlijke Naam van
Jezus!
Uw reacties (vragen, aanvullingen, suggesties) zijn welkom via e-mail !
|