Psalm 119 – Een prachtig loflied
op, en leerdicht over, de Torah – verzen waarin het woord Torah
voorkomt
André H. Roosma 15 mei 2013
In de inleiding op deze studie-serie over Psalm 119 gaf
ik aan dat deze Psalm een prachtig lofdicht is op, en leerdicht over, de Torah van JaHUaH – Hebreeuws: תּוֹרָה [H8451-52], in de oude vorm: .
Hier laat ik zien hoe dit woord in de Psalm voorkomt. In de Hebreeuwse
grondtekst van deze Psalm komt dit woord 25 keer voor.
Zoals steeds, hieronder rechts het Hebreeuwse origineel en links daarnaast
mijn Nederlandse vertaling. In de vertaling heb ik woorden die voor de
leesbaarheid toegevoegd zijn, in grijs en iets
kleiner gezet [en toelichtingen bovendien tussen haken].
1 | Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die wandelen in de Torah
van JaHUaH. | אַשְׁרֵי
תְמִֽימֵי־דָרֶךְ
הַֽהֹלְכִים
בְּתוֹרַת
יְהוָֽה׃ |
18 | Neem de
bedekking van mijn ogen, en laat mij aanschouwen de wonderen die voortkomen
uit Uw Torah. | גַּל־עֵינַי
וְאַבִּיטָה
נִפְלָאֹות
מִתֹּורָתֶֽךָ׃ |
29 | Doe de
weg van de leugen van mij wijken, en schenk mij genadig Uw Torah. |
דֶּֽרֶךְ־שֶׁקֶר
הָסֵר
מִמֶּנִּי
וְֽתוֹרָתְךָ
חָנֵּֽנִי׃ |
34 | Geef mij
onderscheidingsvermogen, en ik zal goed op Uw Torah letten; ja, ik zal
hem in acht nemen met heel mijn hart. | הֲבִינֵנִי
וְאֶצְּרָה
תֹֽורָתֶךָ
וְאֶשְׁמְרֶנָּה
בְכָל־לֵֽב׃ |
44 | Dan zal
ik Uw Torah steeds in acht nemen, voor eeuwig en altijd. |
וְאֶשְׁמְרָה
תֹורָתְךָ
תָמִיד
לְעֹולָם
וָעֶֽד׃ |
51 | De
hoogmoedigen hebben mij boven mate zeer bespot; van Uw Torah ben ik
niet afgeweken. | זֵדִים
הֱלִיצֻנִי
עַד־מְאֹד
מִתֹּֽורָתְךָ
לֹא
נָטִֽיתִי׃ |
53 | Verontwaardiging greep mij aan vanwege de godvijandigen, die Uw Torah
verlaten. | זַלְעָפָה
אֲחָזַתְנִי
מֵרְשָׁעִים
עֹזְבֵי
תֹּורָתֶֽךָ׃ |
55 | Herdacht
heb ik ’s nachts Uw Naam, JaHUaH,
en in acht genomen heb ik Uw Torah. | זָכַרְתִּי
בַלַּיְלָה
שִׁמְךָ
יְהוָה
וָֽאֶשְׁמְרָה
תֹּורָתֶֽךָ׃ |
61 | Benden
godvijandigen hebben mij omringd; Uw Torah heb ik niet vergeten [of: niet verontachtzaamd]. | חֶבְלֵי
רְשָׁעִים
עִוְּדֻנִי
תֹּֽורָתְךָ
לֹא
שָׁכָֽחְתִּי׃ |
70 | Ongevoelig
als vet is hun hart; maar ik, in Uw Torah heb ik mij verheugd. | טָפַשׁ
כַּחֵלֶב
לִבָּם אֲנִי
תֹּורָתְךָ
שִֽׁעֲשָֽׁעְתִּי׃ |
72 | Goed is
mij de Torah uit Uw mond, boven duizenden goud- en zilverstukken. |
טֹֽוב־לִי
תֹֽורַת־פִּיךָ
מֵאַלְפֵי
זָהָב
וָכָֽסֶף׃ |
77 | Laat Uw
barmhartigheden over mij komen, en ik zal leven, want Uw Torah is mijn
bron van blijdschap. | יְבֹאוּנִי
רַחֲמֶיךָ
וְאֶֽחְיֶה
כִּי־תֹֽורָתְךָ
שַֽׁעֲשֻׁעָֽי׃ |
85 | De
hoogmoedigen hebben kuilen voor mij gegraven, wat niet is naar Uw Torah. | כָּֽרוּ־לִי
זֵדִים
שִׁיחֹות
אֲשֶׁר לֹא
כְתֹורָתֶֽךָ׃ |
92 | Indien
Uw Torah niet mijn bron van blijdschap was geweest, dan was ik
vergaan in mijn ellende. | לוּלֵי
תֹורָתְךָ
שַׁעֲשֻׁעָי
אָז
אָבַדְתִּי
בְעָנְיִֽי׃ |
97 | Hoe lief
heb ik Uw Torah! Heel de dag is hij mijn overdenking [of: mijn meditatie]. | מָֽה־אָהַבְתִּי תֹורָתֶךָ כָּל־הַיֹּום הִיא
שִׂיחָתִֽי׃ |
109 | Mijn
ziel is voortdurend in mijn hand [vergelijk: ik houd
mijn hart vast]; en toch, Uw Torah
vergeet [of: verwaarloos] ik niet. | נַפְשִׁי
בְכַפִּי
תָמִיד
וְתֹֽורָתְךָ
לֹא
שָׁכָֽחְתִּי׃ |
113 | Halfhartigen [of: Sceptici] heb ik gehaat,
maar [eigenlijk: en] Uw Torah heb ik
liefgehad. | סֵעֲפִים
שָׂנֵאתִי
וְתוֹרָתְךָ
אָהָבְתִּי׃ |
126 | Het is
tijd om te handelen voor JaHUaH, want zij hebben Uw Torah ineffectief
gemaakt. | עֵת
לַעֲשׂוֹת
לַיהוָה
הֵפֵרוּ
תּוֹרָתֶךָ׃ |
136 | Waterbeken stromen uit mijn ogen neer, omdat zij Uw Torah niet in acht
nemen. | פַּלְגֵי־מַיִם
יָרְדוּ
עֵינָי עַל
לֹא־שָׁמְרוּ
תוֹרָתֶךָ׃ |
142 | Uw
gerechtigheid is gerechtigheid in eeuwigheid, en Uw Torah is
waarheid [of: betrouwbaar]. |
צִדְקָתְךָ֣
צֶ֣דֶק
לְעוֹלָ֑ם
וְֽתוֹרָתְךָ֥
אֱמֶֽת׃ |
150 | Naderbij komen die hoererij [of: overspel]
najagen, van Uw Torah staan zij ver af. | קָ֭רְבוּ
רֹדְפֵ֣י
זִמָּ֑ה
מִתּוֹרָתְךָ֥
רָחָֽקוּ׃ |
153 | Zie
mijn ellende, en help mij uit, want Uw Torah heb ik niet vergeten [of: genegeerd]. |
רְאֵֽה־עָנְיִ֥י
וְחַלְּצֵ֑נִי
כִּי־תֽ֝וֹרָתְךָ֗
לֹ֣א
שָׁכָֽחְתִּי׃ |
163 | De
leugen heb ik gehaat, en ik heb er een afschuw van; maar Uw Torah heb ik liefgehad. | שֶׁקֶר
שָׂנֵאתִי
וַאֲתַעֵבָה
תּוֹרָתְךָ
אָהָבְתִּי׃ |
165 | Veel
vrede voor wie Uw Torah beminnen, en voor hen ligt er geen struikelblok [zoals afgoden
waren]. | שָׁלוֹם רָב
לְאֹהֲבֵי
תוֹרָתֶךָ
וְאֵין־לָמוֹ
מִכְשׁוֹל׃ |
174 | Ik heb
verlangd naar Uw Heil [Hebr.: li-Jeshu‘a-tekha], JaHUaH, en Uw Torah is mijn bron van blijdschap. |
תָּאַבְתִּי
לִישׁוּעָתְךָ
יְהוָה
וְתוֹרָתְךָ
שַׁעֲשֻׁעָי׃ |
Psalm 119: 1, 18, 29, 34, 44, 51, 53, 55,
61, 70, 72, 77, 85, 92, 97, 109, 113, 126, 136, 142, 150, 153, 163, 165,
174
Deze verzen overziende, zien we een aantal terugkerende thema’s. Het eerste dat opvalt is dat de psalmist met veel waardering over de Torah
spreekt. Hij heeft zich in Gods Torah verheugd, en ziet Gods Torah als een
groot geschenk en een bron van blijdschap. Kent u dat – dat u wat
somber bent en zin hebt in een feestje, en dat u zich dan gaat verdiepen
in de Torah van JaHUaH? Voor de
Psalmist was dat een realiteit! (Dat dit voor velen
in deze tijd niet zo herkenbaar is, zou dat te maken kunnen hebben met het
gegeven dat we van de vreugdevolle liefdesbrief van de God van Abraham,
Jitschaq en Jaqobh een soort saaie wetstekst met ge- en verboden gemaakt
hebben?).
De Torah is bijzonder goed en kostbaar voor de schrijver. Hij denkt er vaak
aan, overdenkt wat God erin geschreven heeft, en is niet van plan hem te
vergeten of te verwaarlozen; ja, hij ontzet zich hevig over mensen die dat wel
doen... De Torah acht hij een betrouwbaar boek. Hij heeft de Torah lief en wil
er dus goed op letten in heel zijn leven! Vers 174 laat zien dat er totaal
geen tegenstelling bestaat tussen de Torah als bron van blijdschap en een
verlangen naar het heil of de verlossing, ons door JaHUaH gegeven: Jeshu‘ah, oftewel Jezus.
Hallelu-JaH!
Noten
Wat betreft de hier gehanteerde vertaling, zie: ‘Psalm 119 – Een prachtig loflied op, en leerdicht over, de Torah
– inleiding en uitleg van enkele kernwoorden’.
Vorige artikelen in de serie Psalm 119 – Een prachtig loflied op, en leerdicht over, de
Torah: ‘inleiding en uitleg van enkele kernwoorden’, ‘deel -
’aleph’, ‘deel -bet en -gam’, ‘deel -dalt en -áh’, ‘deel
- wav en - zan’, ‘deel - chét en - tét’, ‘deel - jad en
- kaph’,
‘deel - lam,
- mu en - nun’, ‘deel -
sin/samekh, -
‘ajnu en - pu’, en
‘deel - tsad, - quph
en -
raisu’, ‘deel -
shad en
- tav’ en ‘De integrale Bijbeltekst van deze bijzondere Psalm’.
Zie ook de artikelen-serie over de
Torah.
|