Vieren & Verbinden Een centraal Bijbels thema
André H. Roosma 14 september 2014
Vandaag vierde de PKN – de Protestantse Kerk in Nederland
– haar tienjarig bestaan. Dat gebeurde feestelijk in een mooi nieuw
kerkgebouw in Nijkerk, met diverse bekende mensen.
Ook koning Willem-Alexander en koningin Maxima waren erbij.
De voorbereidingscommissie had een mooi thema gekozen: Vieren & Verbinden. In de feestelijke samenkomst werden twee Bijbel-gedeelten gelezen:
Prediker 4: 9-12 en Johannes 15: 1-8 (uit de NBV). Beide gingen vooral over het aspect van het
verbinden. Het tweede gedeelte spreekt me al tijden erg aan.
Toevallig had ik er zelf vier weken terug ook over gesproken, onder de
titel: ‘Leven uit de Wijnstok’.
De Bijbel-tekst geef ik hier even weer in mijn eigen vertaling en ik neem ook
vers 9 erbij mee:
1 „Ik ben de ware
Wijnstok en Mijn Vader is de Landman.
2 Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, neemt
Hij weg, en elke die wél vrucht draagt, snoeit Hij, opdat zij meer
vrucht zal dragen.
3 Jullie zijn nu rein om het woord, dat Ik tot
jullie gesproken heb; blijf in Mij, net als Ik in jullie.
4 Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit
zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook jullie niet, indien
jullie niet in Mij blijven.
5 Ik ben de wijnstok, jullie zijn de ranken. Wie
in Mij blijft, net als Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij
kunnen jullie niets doen.
6 Wie in Mij niet blijft, is buitengeworpen als
de rank en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij
worden verbrand.
7 Indien jullie in Mij blijven en Mijn woorden in
jullie blijven, vraag wat jullie maar willen, en het zal jullie geworden.
8 Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat jullie
veel vrucht dragen en jullie zullen Mijn discipelen zijn.
9 Net als de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook
Ik jullie liefgehad; blijf in Mijn Liefde.”
Johannes 15: 1-9
Dit gedeelte is onderdeel van een intiem gesprek van Jeshu‘a met Zijn twaalf volgelingen, de dag voordat Hij op valse
gronden aan een kruis werd gespijkerd. Jeshu‘a vergelijkt Zich hier met een wijnstok. Hier rechts ziet u er een.
Die wijnstok geeft het leven door aan de wijnranken. Door de
levenssappen die zij zo ontvangen, kunnen ze leven, floreren en rijkelijk
vrucht voortbrengen. Een heerlijke, zoete vrucht waar mensen enorm van
kunnen genieten, en waar ze wijn van kunnen maken, wijn die vaak helpt bij
het vrolijk vieren. Maar zonder die dagelijkse, ja voortdurende verbinding
met de wijnstok zijn die ranken ten dode opgeschreven. Dan is er geen bloei
en geen vrucht. Hoe hard ze het ook zouden proberen... Dan rest hen een einde
in het vuur.
Dat is een heftige vergelijking. Zijn we werkelijk zó afhankelijk
van Jezus / Jehoshu‘a, dat we zonder Hem
niets kunnen...? Hebben we het wérkelijk nodig om zo
voortdurend met Hem verbonden te zijn en van Hem te
ontvangen...?
Ja, dáár gaat het hier over!
Velen gaat dat te ver. Ze willen liever zelf de boel in de hand houden.
Dat sluit aan bij m’n vorige artikel hier, ‘We willen weten – De drang om alles
in onze handen te hebben, versus kinderlijk vertrouwen in een goede God’.
Ik merk dat we allemaal wel eens ons hart afsluiten. We trekken ons terug
op onszelf. We worden onbereikbaar – zelfs voor Jezus en het leven
dat Hij ons in Zijn onmetelijke liefde aanbiedt. Dat is niet altijd het
gevolg van zonde, hoewel zonde of trots ons zeker van God kunnen vervreemden
en de rijke sapstroom van leven van Hem naar ons kan blokkeren. Soms is het
eenvoudig een reactie op teleurstelling. Er is iets gebeurd wat inging tegen
onze hoop of verwachting, en in reactie daarop sluiten we het deurtje van ons
hart. Niemand komt er meer in – zelfs Jeshu‘a niet. En daar zitten we dan in onze zelfgebouwde vesting, te
verpieteren... Ook schaamte – terechte schaamte of onterechte –
kan ons ertoe brengen onszelf af te sluiten... Eigenlijk komt het erop neer
dat wanneer andere dingen in onze beleving groter worden dan God en Zijn
liefde en leven, we gemakkelijk ons van de Wijnstok afsluiten.
Daarom is dat antwoord van Petrus zo belangrijk, dat hij gaf op de vraag
of ook hij zich niet van Jeshu‘a wilde
afkeren. Zijn antwoord was: „Nee, want
Ú hebt woorden van eeuwig leven!”
(Joh. 6: 68) Wanneer we ons de grootheid en
goedheid van Jeshu‘a realiseren, en zien
wat Hij ons in Zijn onmetelijke liefde aanbiedt, willen we niet anders dan
met Hem verbonden zijn en genieten van die levensstroom...
En dat is dus het punt van het vieren. Net als Isra’el
hebben we het nodig om regelmatig en met vreugde te gedenken Wie God
voor ons is – JaHUaH,1 onze hemelse Vader, én
Jeshu‘a, onze Redder – en wat
Hij ons al geschonken heeft en nog dagelijks wil geven: vol
Léven ! (vergelijk bijv. ook Ef. 1: 3;
1 Kor. 2: 2) Er is niemand, maar dan ook helemaal niemand, in hemel of
op aarde, zoals Hij! Bij Hem is er Léven !
In ons met vreugde gedenken en vieren Wie God voor ons is en waat Hij ons
geeft, komt de Heilige Geest ons graag te hulp. Wist u, dat het woord
enthousiast is afgeleid van het in God zijn? Door Zijn
Geest wakkert God graag dat vuurtje van vreugde aan, bijvoorbeeld wanneer we
met elkaar delen wat God in ons leven doet en gedaan heeft, of wat we met
Hem beleefd hebben. Ook helpt Hij ons door Zijn Geest in ons om oplossingen
te vinden voor de problemen die we tegenkwamen – bijvoorbeeld de zonde,
teleurstellingen of schaamte waarover ik het zo-even had.
Niet zo... |
Daarvoor hebben we het nodig, om ons koude hart echt te laten verwarmen
door de grote liefde van Jeshu‘a,
is mijn ervaring. Het is daarvoor niet genoeg, dat we als het ware bij mooi
weer binnen blijven zitten en naar buiten kijkend zeggen: „ja, het is
mooi weer buiten!” Dat is de reden dat ik vers 9 van Johannes 15
hierboven er ook bij opnam, waar het gaat over in Zijn liefde blijven.
... maar zó: |
Ik heb ervaren dat God niets liever wil dan dat we ons ten volle door Zijn
warmte laten beschijnen. Net zo lang tot alle kou uit ons hart is
verdreven. Soms moeten we daar echt de tijd voor nemen. Even al het andere
opzij, en stilstaan bij Wie en hoe goed Hij is. Het laten doordringen tot ons
hart – tot in elke vezel. Zijn zachte stem van liefde in ons hart leren
verstaan. Die stem waarmee Hij teder en toch zo krachtig zegt: „Ik houd van jou!” Ons erin koesteren.
Elke dag opnieuw!
Zo groeit ons vertrouwen en zo groeit de verbondenheid met Hem.
Dat geeft nog een verdieping aan Lied 416, dat vanmiddag tegen het einde
van de PKN jubileum-viering in Nijkerk werd gezongen:
Ga met God en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je
wegen met Zijn raad en troost en zegen. Ga met God en Hij zal met je
zijn. | Ga met God en Hij zal met je zijn: in Zijn
liefde je bewaren, in de dood je leven sparen. Ga met God en Hij zal
met je zijn. |
Het ‘Ga met God’ wordt dan
werkelijk een met hart en ziel – vieren en verbinden, zoals het
jaarthema van de PKN aangeeft. Op die manier raken we steeds hechter in vreugde en vertrouwen verbonden
met de Wijnstok. De verbondenheid vierend. De verbondenheid met Hem, en
daardoor ook die met onszelf en onze medemens. Ja, want ook die laatste twee
zullen dan niet uitblijven. Hij zorgt immers voor de groei, de bloei en het
vrucht dragen!
Dan blijven we vieren en verbinden, met
hart en ziel !
Hallelu JaH !
Noten
Het vorige artikel: ‘We willen weten – De drang om alles in onze handen te hebben, versus kinderlijk
vertrouwen in een goede God’
|