Het huwelijksverbond in de Bijbel
(9) - Het Sinaï-Verbond als schets van het Verbond in
ChristusAndré H. Roosma 3 januari 2013
December vorig jaar hebben we verschillende aspecten bekeken van de
sluiting van het huwelijksverbond tussen God en Zijn volk. In het naschrift
van Deel 3
constateerde ik al dat er in feite maar van één huwelijk en
dus ook maar van één verbond van God JaHUaH sprake was en
is. Wat mooi is aan de oude verbondssluiting van God met Israël, is dat
het een schets is van de vernieuwde verbondssluiting die Jezus bewerkte.1
Hier trek ik daarom nog even wat lijnen vanuit wat ik zei in Deel (5) over Gods
verbondssluiting met Israël. We kunnen daarbij onderstaand schema
tekenen, waarbij ik zeven stappen onderscheid die voorafgingen aan het
binnengaan van het beloofde land.
Ten eerste maakt de Bijbel heel duidelijk, dat het God JaHUaH Zelf
is, Die het initiatief neemt. Hij formeerde het volk Israël, Hij
deed hen groeien en Hij verloste hen uit Egypte (zie
bijv. Jesha-Jahu (Jesaja) 43: 1; 44: 2, 24; 64: 8). Later was Hij ook Degene Die Zijn Zoon zond om ons van de zonde te
verlossen, nog voor wij naar Hem vroegen (zie bijv.
Romeinen 5: 6-10).
Vier dagen voor Pesach gebeurde er iets ingrijpends. Elk groot
gezin (of twee kleine gezinnen samen) haalde een
Pesach-lam in huis (Exodus 12: 3).
Dat lam werd goed geïnspecteerd, of het wel helemaal gaaf was.
Na vier dagen werd dit lam geslacht. Stel u voor hoe dat was.
Men was dan juist een beetje gehecht geraakt aan dat lieve lammetje...
En dat zo’n onschuldig, lief, gaaf lammetje moest sterven... Dat gaf aan dat Pesach - Gods verlossing -
bepaald niet ‘gratis en voor niks’ kwam. Wat gebeurde er bij de sluiting van het Vernieuwde Verbond?
Ruim vier dagen voor Pesach werd er Iemand Jeruzalem binnengehaald
(Johannes 12: 1, 12-16).
Die Persoon was, net als de Pesach-lammeren in die tijd, afkomstig uit
Beth-Lechem - het Broodhuis. Hij was het levende Brood, dat uit de hemel
was neergedaald. En die vier dagen in Jeruzalem werd Hij van alle kanten
beproefd. Door de godsdienstige leiders, door het volk, ja, zelfs door de
Romeinse overheersers (Mattheus 27: 19, 24).
En Hij werd rein bevonden; Hij was een Pesach-Lam dat volledig
voldeed aan de eisen (vgl. 1 Petrus 1: 18-19; vgl. ook Hebreeën 2 en 9-13). Alleen
door valse getuigen kon men iets verzinnen om Hem ter dood te
brengen.
In de Pesach-nacht stierven in Egypte alle eerstgeborenen. Alleen
in de huizen waar het Pesach-lam was geslacht en het bloed ervan aan
de deurpost was gestreken, daar ging de doodsmacht voorbij, en daar was er
een ontsnapping uit Egypte (Exodus 12). In die latere Pesach-nacht stierf één Eerstgeborene.
Zijn bloed werd vergoten aan het kruishout (Mattheus
26: 26-28; vgl. Efeziërs 1: 7) - ook een soort deurpost.
Op dat moment dat Zijn lichaam werd verscheurd aan dat kruis, scheurde in de
tempel het voorhangsel – het grote gordijn dat al die eeuwen de
rechtstreekse toegang tot God voor gewone gelovigen onmogelijk had gemaakt
(Exodus 26: 31 vv; Mattheus 27: 51; Marcus 15: 38; Lukas
23: 45; Hebreeën 6: 19; 9: 12-14; 10: 19-20;
Efeziërs 2: 13).
Dit alles, opdat allen die op Hem vertrouwen zouden, bevrijd zouden worden
van de slavernij van de dood (Romeinen 8: 15, 21;
Hebreeën 2: 15 (NBG)), verzoend zouden worden met God (Romeinen 5: 10-11; 2 Korinthiërs 5: 18-20; Efeziërs
2: 16; Kolossenzen 1: 20-21; Hebreeën 2: 17),
rechtstreeks tot God konden gaan (Efeziërs 3: 12;
Hebreeën 4: 16; 10: 19), en Leven ontvangen (Handelingen 11: 18; 1 Timotheus 1: 16)...
Nog een opvallend detail:van de Pesach-lammeren mochten de botten
niet gebroken worden. Ook van Jezus werd geen bot gebroken, hoewel dit
normaliter wel gebeurde bij mensen die gekruisigd waren (Numeri 9: 12; Johannes 19: 32-33).
Van de Israëlieten vroeg God dat ze dit gebeuren met de
Pesach-lammeren zo zouden uitvoeren, in vertrouwen op Hem. Ook,
dat ze alle zuurdeeg – een beeld van de zonde en van hun
‘oude leven’ – uit hun huizen weg zouden doen.
Tijdens hun vertrek uit Egypte zouden ze ongezuurd brood eten, dat wil
zeggen: brood dat niet gerezen was, dus platte koeken (zoals matzes, oftewel Matsot). Later, toen hun uit Egypte meegebrachte graan op was, voorzag God op
bovennatuurlijke wijze in een soort graan vanuit de hemel: het
manna. Naast dat we als christenen door het bloed van onze Heiland gereinigd
mogen zijn, gered van de dood en verlost van de zonde, mogen we bij de matzes
van het avondmaal ook gedenken dat Hij - de volkomen Zuivere - ons Brood
is; door en in Hem leven wij. Ook wij mogen ons erop richten om
het oude leven achter te laten en elke dag van Hem nieuw leven te
ontvangen.
Deze gebeurtenissen vormden de opmaat naar de volgende stap, die drie dagen
later plaatsvond: de tocht door de Rode Zee. Ook dat was een uitredding uit
doodsnood: het Egyptische leger achter hen, bergen ter weerszijden, en de
zee voor hen. Menselijk gezien konden ze geen kant op. Menselijk gezien
wachtte hen de dood. Wat een beeld van onze natuurlijk toestand sinds de zondeval... En toen was daar Jezus, God de Zoon, Die na drie nachten en drie dagen
de dood overwon. Zo is er voor ons en zo was er ook voor Israël een
uitweg. Via het water, via dat grote Miqvah-bad van de doop. Ook daar was er een groot onderscheid tussen degenen die in geloof en
gehoorzaamheid door de zee gingen, en de Egyptische legers die het
met een verkeerde bedoeling probeerden. De eersten vonden uitkomst en
leven, de laatsten de dood.
Pas daarna kwamen de Israëlieten bij de Sinaï, waar God hen in
de Torah Zijn beloften en aanwijzingen gaf. Maar leerde Jezus Zijn discipelen niet precies hetzelfde: nadat mensen
tot Zijn volgelingen waren geworden en gedoopt waren, hen ook te leren
alles te onderhouden wat Hij hen geboden had (Mattheus 28: 19)? Dat konden ze niet zelf.
Vandaar dat ze tijdens het feest waarop in Israël dit gebeuren
bij de Sinaï werd herdacht - het Weken- of
Pinksterfeest - de Heilige Geest ontvingen, om in hun hart de
vernieuwde Torah uit te werken.
Daarna volgde voor Israël een woestijnreis. Dat was een bijzondere
ervaring. Want God voorzag steeds in alles wat ze nodig hadden, al waren
ze daar vaak niet gerust op en hadden ze veel moeite om Hem te vertrouwen.
Maar Hij gaf water, Hij gaf een overvloed aan dadels, Hij gaf het manna, dat
van nature smaakte als moedermelk (wat een teken van
Gods tedere zorg voor Zijn volk!). Hij gaf dat hun kleren en zelfs
hun schoenen niet versleten (Nechem-Jah (Nehemia) 9: 10-21; Deuteronomium 8: 4)! Toch wel
bijzonder, in zo’n steenachtige zandwoestijn!
In en bij alles ging JaHUaH voor hen uit: overdag in een wolk- en
’s nachts in een vuur-kolom. Voor ons is het niet anders. Ook in ons leven wil God voorzien in alles
wat we nodig hebben (Romeinen 8: 32; Efeziërs 1:
3) – materieel en immaterieel (het belang
van dat laatste onderschatten wij - materieel ingestelde westerlingen -
nog wel eens!). Ook wij komen tegenstand en moeilijke situaties tegen.
Ook ons geloof en vertrouwen worden op de proef gesteld. Maar het beloofde
land – de vereniging met onze Bruidegom – zal het zeker de moeite
waard maken! We hebben niet alleen voor dit leven onze hoop op Jezus gesteld
(1 Korinthiërs 15: 19-20)!
Is deze Bruidegom Jezus, Die
ook door de hele woestijnreis zó mét ons is en ons voorgaat,
geen reden om uit te zien naar, en ons voor te
bereiden op die nacht waarin de bazuin zal klinken en Hij
terugkomt om Zijn Bruid te halen?!
Hallelu JaH !
Voetnoot
1 |
Het hiervoor in de Bijbel (o.a. Kolossenzen 2: 17) wel
gebruikte Griekse woord σκία
- skia, wordt vaak vertaald met ‘schaduw’, maar
heeft ook de betekenis ‘schets’. Elke eerdere versie van Gods
Verbond gaf in feite een ruwe schets of vóór-afbeelding van het
uiteindelijke Verbond in Christus. |
Hiervoor gepubliceerde artikelen in deze serie Het huwelijksverbond in de Bijbel zijn: (1) – Het begin (1 dec. 2012); (2) – Afbeelding van de relatie tussen
God en Zijn volk (5 dec. 2012); (3) – Hoe God Zijn Bruid voor Zich
wint (10 dec. 2012); (4) – De oude Bijbelse huwelijkssluiting
in twee stappen (13 dec. 2012); (5) – Gods verbondssluiting met
Israël (15 dec. 2012); (6) – Het nieuwe verbond als
hartsrelatie (18 dec. 2012); (7) – Jozef en Maria (23 dec. 2012); (8) – Jezus komt juist in onze nacht
(28 dec. 2012).
De volgende artikelen in deze serie zijn: (10) – Gods intense liefde voor Zijn
Bruid, en haar reactie van ontrouw
(7 jan. 2013); (11) – Gods doel met de mens
(19 jan. 2013); (12) – een tweetal Bijbelgedeelten in
perspectief (3 feb. 2013).
|