De veelzeggende Naam van God (24)Zijn Naam is verheven - roep Zijn Naam
aan!
André H. Roosma 9 jan. 2024
12 1 En in die dagen zult
u zeggen: Ik loof U, JaHUaH1 omdat U boos op mij bent
geweest, maar Uw boosheid heeft zich afgewend en U vertroost mij.
2 Zie, God is mijn Heil [Hebr.: יְשׁוּעָתִי - mijn Jₑshu‘ah], ik zal vertrouwen en niet vrezen;
want JaH JaHUaH is mijn sterkte en mijn lied-met-muziek, en Hij is mij
tot Heil [Hebr.: לִישׁוּעָה - tot Jₑshu‘ah] geworden.
3 En jullie zullen met vreugde water scheppen uit de
bronnen van het Heil [Hebr.: הַיְשׁוּעָה - ha
Jₑshu‘ah];
4 En jullie zullen in die zelfde dagen zeggen: Looft
JaHUaH, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken;
vermeldt, dat Zijn Naam verheven is.
5 Zingt met muziek voor JaHUaH, want Hij
heeft majestueuze dingen gedaan; dit zij bekend op de gehele aardbodem.
6 Juich en jubel, inwoners van Tsion, want groot in
uw midden is de Heilige van Isra’el.
Jesha‘-Jahu 12
Vanmorgen las mijn echtgenote dit gedeelte uit Jesha-Jahu (Jesaja), en
ineens sprong er iets voor mij uit naar voren. Er wordt vaak gezegd dat we
Gods heerlijke Naam JaHUaH niet hardop mogen uitspreken omdat Gods
Naam zo verheven is. Hier zegt Gods Woord iets totaal anders: Zijn heerlijke
Naam is verheven, én we moeten Zijn heerlijke Naam aanroepen en expliciet
loven, én over de hele wereld Zijn verheven Naam en Zijn grote en majestueuze
daden bekend maken!
Hallelu JaHUaH !
Noten
Vorige delen in deze serie De veelzeggende Naam van
God: (22) De rijkdom van de Titel אֵל רַחוְּם -
’El Rachum’; (21) Waarom het christendom DE NAAM veelal negeerde; (20) JaHUaH - de ware God van de Bijbel – is betrokken!; (19) De rijkdom van de Titel אֵל שַׁדַּי -
’El Shaddai; (18) Waarom het rabbijnse jodendom DE NAAM niet wil noemen; (17) Wat we leren uit Jezus’ verzoeking in de woestijn.
|