Hallelu-JaH - alle eer aan JaHUaH
  

De veelzeggende Naam van God (10)

De ellende als er niemand is die Gods heerlijke Naam aanroept

André H. Roosma
8 jan. 2015

Het boek De basis­elementen van het christelijke leven, van Witness Lee en Watch­man Nee bevat een hoofdstuk ‘Het aanroepen van de Naam van de Heer’. Daarin verwijzen de schrijvers naar Jesaja (eig. Jesha‘-jahu) 64: 7 (Deel 1; hfdst4, p.35; p.35). Dat is een heel veelzeggende tekst, zeker wanneer we hem lezen in zijn context en met het oog op het Joodse volk en de rab­bijns-joodse godsdienst die het aanroepen van de heerlijke Naam van God verbiedt. Ik geeft de passage hier dus in die context, in een zo nauw­keurig mogelijke verta­ling.1 De profeet spreekt tot God:

63: 16 U bent immers onze Vader, want ’Abraham kent ons niet, en Isra’el herkent ons niet; U, JaHUaH – onze Vader, onze Verlosser – van eeuwigheid is Uw Naam [LXX: Uw Naam is vanaf het begin op ons]. 17 Waartoe laat U ons afdwalen, JaHUaH, van Uw wegen, en verhardt U ons hart, zodat wij U niet vrezen? Keer terug omwille van Uw knechten, de stammen die U toebehoren. 18 Tot minachting heeft men Uw heilig volk in bezit genomen; onze tegen­standers hebben Uw heiligdom vertrapt. 19 Wij zijn geworden als hen, over wie U van ouds geen macht had, en die niet naar Uw Naam genoemd zijn [of: en wij riepen Uw Naam niet uit; of: en Uw Naam was niet over ons uitgeroepen]. 64: 1 Och, dat U de hemelen scheurde, dat U neerkwam – de bergen zouden voor Uw aangezicht beven 2 zoals vuur dorre twijgen aansteekt, en het water laat opborrelen – om Uw Naam aan Uw tegenstanders bekend te maken! Laat zo de volken voor Uw aangezicht sidderen. 3 Toen U ontzagwekkende dingen deed, die wij niet verwachtten; U kwam neer, voor Uw aangezicht beefden de bergen. 4 Ja, van ouds heeft men niet gehoord, noch vernomen, en geen oog heeft gezien, een God behalve U, Die optreedt ten behoeve van wie op Hem wacht. 5 U komt hem tegemoet, die zich verheugt en gerechtigheid doet, die op Uw wegen U blijven gedenken. Zie, U was toornig, omdat wij zondigden in hetgeen waar we vanouds van gered waren. 6 Wij allen zijn als een onreine, en al onze gerechtigheden zijn als een bevuild kleed; en wij allen vallen af als een blad, en onze misdaden voeren ons weg als de wind. 7 En er is nie­mand, die Uw Naam aanroept, die zich ertoe zet, zich te sterken in U; alsof U Uw aangezicht voor ons verbergt, en U doet ons smelten in de hand van onze ongerech­tigheden. [de NBV parafraseert dit goed: U hebt ons moedeloos gemaakt en ons over­gele­verd aan ons eigen wangedrag.] 8 Maar nu, JaHUaH! U bent onze Vader; wij zijn het leem, en U bent onze Pottenbakker, en wij allen zijn het werk van Uw handen. 9 JaHUaH wees niet zo zeer vertoornd, en gedenk niet eeuwig aan de ongerechtigheid; zie, aanschouw toch, wij allen zijn Uw volk. 10 Uw heilige steden zijn een wil­dernis geworden, Tsion is een wildernis gewor­den, Jeru­shalaïm een woestenij. 11 Ons heilige en luisterrijke huis, waarin onze vaders U loofden, is met vuur verbrand; en alles wat ons dierbaar was, is tot een puinhoop geworden. 12 JaHUaH! zou U U over deze dingen inhouden, zou U stilzwijgen, en ons al te zeer neerdrukken?

Wat al direct opvalt is het verschil tussen de Masoretische Tekst en de Septuagint in vers 16 van hoofdstuk 63. Ik sluit niet uit dat de Septuagint hier teruggaat op een oudere tekstvariant. “Uw Naam is vanaf het begin op ons” is een notie die sterk aan­sluit bij wat God elders zegt, onder andere in de ’Aharonitische zegen in Numeri 6: 22-27. Sinds de stichting van het volk en de staat Isra’el hadden de priesters de taak om Gods Naam op het volk te leggen door hen met Gods blijde en trotse gezicht te zegenen.
Zoals we gezien hebben1 staat Gods Naam onder andere voor Zijn aanwezigheid. Dat Gods heerlijke Naam op hen lag, betekende dus dat ze in Gods nabijheid leefden.

Doordat de priesters dit gebod echter verzaakt hadden, waren de mensen zich niet meer bewust van Gods aanwezigheid en was hun leven ook bij Hem vandaan gegle­den. God kon op een gegeven moment niet anders dan hen de consequenties daar­van laten ervaren. Daarover gaan de volgende verzen. Hun leven zag er uit alsof ze geen kinderen van God waren, dus niet Zijn Naam droegen, en alsof Gods Naam niet over hen uitgeroepen was, omdat Gods Naam inderdaad niet langer over hen uitge­roepen was (vers 19).

Hierdoor werd ook Gods heerlijke Naam onder de andere volkeren gelasterd in plaats van verhoogd. Bedenk hoe ten tijde van Mozes en Jozua, en later ook onder David en Salomo, heel de wereld ontzag had gekregen voor de God van Isra’el; de heerlijke Naam JaHUaH werd toen overal geëerd!
Maar nu spotten de andere volken, want het leek of die God van Isra’el toch niet op kon tegen de afgoden van de Babyloniërs... Het hele volk van Jehudah (de Joden) waren zwaar vernederd en uitgekleed, en zo afgevoerd naar Babylon!

Opvallend is het woordgebruik van vers 6 van hoofdstuk 64: “onze misdaden voeren ons weg als de wind” De wind blaast weg wat heel licht is in gewicht. Het Hebreeuws vergelijkt eer en oneer met gewicht: licht in gewicht is oneervol, gewichtig is eervol. Betreffende Gods heerlijke Naam staat er het gebod, om Hem niet licht te maken maar te eren. Dit deed men niet en God betaalde hen dus in feite met gelijke munt terug...

Dan dus het vers waar ik hier even het spotlight op wil zetten: vers 7. “En er is nie­mand, die Uw Naam aanroept, die zich ertoe zet, zich te sterken in U; alsof U Uw aangezicht voor ons verbergt, en U doet ons smelten in de hand van onze ongerech­tigheden.” In plaats van alsof kunnen we ook vertalen: zodat.2
Ja, die twee zie ik vaak bij elkaar: het niet aanroepen van Gods heerlijke Naam en dat mensen denken dat God Zich verbergt. Of dat God Zich verbergt omdat de mensen toch geen belangstelling of waardering en respect voor Hem tonen (vgl. Rom.1).

Dit laat duidelijk het grote belang zien van het eren van God door Hem aan te roe­pen bij Zijn heerlijke Naam JaHUaH!

De profeet kan niet anders dan dit belijden en God aanspreken op Zijn Vaderschap – dat wil zeggen: Zijn trouw aan Zijn volk. Niet de trouw van het volk aan Hem, maar de trouw van JaHUaH aan Zijn volk is de basis van zijn gebed! Merk op dat de profeet in dat gebed drie keer de heerlijke Naam JaHUaH noemt!

Hallelu JaHUaH !


Literatuurverwijzing

Witness Lee en Watchman Nee, De basiselementen van het christelijke leven, deel 1, Living Stream Ministry, Anaheim CA, 2006; ISBN 0 7363 3174 3 (vertaling van: Basic Elements of the Christian Life, vol. 1; Living Stream Ministry, 2003).

Noten

1 De namen in de Bijbel hebben betekenis. Daarom translitereer ik ze zorgvuldig, zodat ze herkenbaar blijven. Vooral de glorierijke Naam van God geef ik hier zo goed mogelijk weer vanuit het oudste Hebreeuwse origineel. Voor meer achtergrond informatie zie: Meer op de artikelen-pagina.

Voor wat betreft de gebruikte transliteraties en uitspraak van deze en andere namen zie ook: ‘Namen in de Bijbel (1) – Inleiding’, kort Hallelu-JaH! artikel, 2014-07-18; en de rest van die artikelen-serie.

2 Het Hebreeuwse ki dat ik hier vertaal met alsof, duidt op een logisch verband tussen de twee zinsdelen. Veel vertalingen vertalen het hier met want, maar dat draait oorzaak en gevolg om. Hier is alsof een betere vertaling. Eventueel is ook en daarom of zodat moge­lijk: “En er is nie­mand, die Uw Naam aanroept, die zich ertoe zet, zich te sterken in U; zodat U Uw aangezicht voor ons verbergt, en U ons doet smelten in de hand van onze ongerech­tigheden.”.

Reacties

naam: *
e-mail: * (wordt niet openbaar gemaakt)
website: (optioneel)
reactie:
Ik wil graag dat mijn reactie hier wel / niet opgenomen wordt.
* = verplicht veld


Vorige artikelen in deze serie ‘De veelzeggende Naam van God’:
(1) Zijn Aanwezigheid in de door Salomo gebouwde tempel’;
(2) Om overal bekend te maken, en niet te verzwijgen!’;
(3) De namen van mensen die verwezen naar de grote Naam’;
(4) Gods glorierijke Naam יהוה - JaHUaH aanroepen; waar staat dat in de Bijbel?’;
(5) De betekenis van Gods glorierijke Naam יהוה - JaHUaH’;
(6) Behoudenis in het aanroepen van de Naam’;
(7) de Lofzangen van Mariam en Channah’;
(8) Gods dierbare Naam kennen en aanroepen, en de gevolgen daarvan’;
(9) In de Bijbel krijgen belangrijke personen een naam’.

Andere recent verschenen artikelen:
Echt léven – Draait het christenleven om kiezen tussen goed en kwaad?’;
Psalm 34 - een loflied aan JaHUaH !’.

 
home  home ,  nieuws index  ,  artikelen index

  
bloemdecoratie 

Bedankt voor uw belangstelling!

bloemdecoratie