Psalm 7 JaHUaH de rechtvaardige Rechter
André H. Roosma 2 mei 2025
Deze mooie Psalm 7 laat zien dat JaHUaH1 recht zal
spreken over onrecht en het zal vergelden. Dat was voor David reden om bij
Hem te schuilen wanneer hij zich bedreigd voelde.
Hieronder begin ik, zoals gebruikelijk, met de rijke tekst
van dit mooie lied op muziek (dat heet in de kerkelijke traditie ook wel
een Psalm) zelf; zowel het Hebreeuwse origineel, als een
nauwkeurige Nederlandse vertaling.
Daarna volgen enkele punten die me opvallen. Ik roep u, als lezer, weer op
om zelf de grote lijn van dit lied te ontdekken door hem vóór en na mijn
bespreking enkele keren rustig door te lezen, en Gods Geest te vragen de
centrale boodschap goed tot uw hart te laten dóórdringen.
1 | Shiggajon [?mogel. van shagach - dan: iets dat een
beeld oproept?] van David, dat hij voor JaHUaH gezongen heeft
om de woorden van de Benjaminiet Kush. | שִׁגָּי֗וֹן לְדָ֫וִ֥ד אֲשֶׁר־שָׁ֥ר לַיהוָ֑ה עַל־דִּבְרֵי־כ֝֗וּשׁ בֶּן־יְמִינִֽי׃ |
2 | JaHUaH mijn
God, bij U schuil ik, verlos mij van al mijn vervolgers en red mij, |
יְהוָ֣ה אֱ֭לֹהַי בְּךָ֣ חָסִ֑יתִי הוֹשִׁיעֵ֥נִי מִכָּל־רֹ֝דְפַ֗י וְהַצִּילֵֽנִי׃ |
3 | opdat hij niet als een
leeuw mijn ziel zal verscheuren en wegslepen, zonder dat iemand redt. |
פֶּן־יִטְרֹ֣ף כְּאַרְיֵ֣ה נַפְשִׁ֑י פֹּ֝רֵ֗ק וְאֵ֣ין מַצִּֽיל׃ |
|
4 | JaHUaH, mijn
God, als ik dát gedaan heb, indien er onrecht is aan mijn handen, | יְהוָ֣ה אֱ֭לֹהַי אִם־עָשִׂ֣יתִי זֹ֑את אִֽם־יֶשׁ־עָ֥וֶל בְּכַפָּֽי׃ |
5 | als ik hem kwaad
vergolden heb, die vrede met mij had - ja, ik heb hem gered, die mij zonder
oorzaak [of: tevergeefs] benauwde -, |
אִם־גָּ֭מַלְתִּי שֽׁוֹלְמִ֥י רָ֑ע וָאֲחַלְּצָ֖ה צוֹרְרִ֣י רֵיקָֽם׃ |
6 | dan mag de vijand mijn
ziel vervolgen en achterhalen, en mijn leven op de grond vertrappen, en mijn
eer in het stof laten wonen. Sela | יִֽרַדֹּ֥ף אוֹיֵ֨ב ׀ נַפְשִׁ֡י וְיַשֵּׂ֗ג וְיִרְמֹ֣ס לָאָ֣רֶץ חַיָּ֑י וּכְבוֹדִ֓י ׀ לֶעָפָ֖ר יַשְׁכֵּ֣ן סֶֽלָה׃ |
|
7 | Sta op, JaHUaH,
in Uw toorn, verhef U tegen de woede van hen die mij benauwen, waak op tot
mijn hulp, naar het recht dat U hebt ingesteld. | ק֘וּמָ֤ה יְהוָ֨ה ׀ בְּאַפֶּ֗ךָ הִ֭נָּשֵׂא בְּעַבְר֣וֹת צוֹרְרָ֑י וְע֥וּרָה אֵ֝לַ֗י מִשְׁפָּ֥ט צִוִּֽיתָ׃ |
8 | Dan zullen de
bijeengekomen natiën U omringen; keer dan terug hoog boven hen. | וַעֲדַ֣ת לְ֭אֻמִּים תְּסוֹבְבֶ֑ךָּ וְ֝עָלֶ֗יהָ לַמָּר֥וֹם שֽׁוּבָה׃ |
9 | JaHUaH zal de
volken berechten. Doe mij recht, JaHUaH, naar mijn gerechtigheid, en
naar mijn integriteit bij mij. | יְהוָה֮ יָדִ֢ין עַ֫מִּ֥ים שָׁפְטֵ֥נִי יְהוָ֑ה כְּצִדְקִ֖י וּכְתֻמִּ֣י עָלָֽי׃ |
10 | Laat er toch een einde
komen aan de slechtheid van de kwaadaardigen, maar bevestig U de
rechtvaardige, U, Die harten en nieren beproeft, rechtvaardige God. | יִגְמָר־נָ֬א רַ֨ע ׀ רְשָׁעִים֮ וּתְכוֹנֵ֢ן צַ֫דִּ֥יק וּבֹחֵ֣ן לִ֭בּ֗וֹת וּכְלָי֗וֹת אֱלֹהִ֥ים צַדּֽ͏ִיק׃ |
11 | Mijn schild is bij God, die
de oprechten van hart verlost. | מָֽגִנִּ֥י עַל־אֱלֹהִ֑ים מ֝וֹשִׁ֗יעַ יִשְׁרֵי־לֵֽב׃ |
|
12 | God is een rechtvaardige
rechter en een God, Die alle dagen verontwaardigd kan zijn; | אֱ֭לֹהִים שׁוֹפֵ֣ט צַדִּ֑יק וְ֝אֵ֗ל זֹעֵ֥ם בְּכָל־יֽוֹם׃ |
13 | bekeert iemand zich niet,
dan zal Hij Zijn zwaard scherpen; Hij heeft Zijn boog gespannen, en zal goed
richten [of: Hij zal vaststaan]; | אִם־לֹ֣א יָ֭שׁוּב חַרְבּ֣וֹ יִלְט֑וֹשׁ קַשְׁתּ֥וֹ דָ֝רַ֗ךְ וַֽיְכוֹנְנֶֽהָ׃ |
14 | en op hem richt Hij Zijn
dodelijke wapens, Hij maakt zijn pijlen tot brandende schichten. | וְ֭לוֹ הֵכִ֣ין כְּלֵי־מָ֑וֶת חִ֝צָּ֗יו לְֽדֹלְקִ֥ים יִפְעָֽל׃ |
|
15 | Zie, hij krijgt barensweeën
van ongerechtigheid, is zwanger van onheil en baart leugen. | הִנֵּ֥ה יְחַבֶּל־אָ֑וֶן וְהָרָ֥ה עָ֝מָ֗ל וְיָ֣לַד שָֽׁקֶר׃ |
16 | Hij heeft een kuil
gegraven, en die uitgediept, maar hij is gevallen in de valkuil, die hij
gemaakt heeft. | בּ֣וֹר כָּ֭רָֽה וַֽיַּחְפְּרֵ֑הוּ וַ֝יִּפֹּ֗ל בְּשַׁ֣חַת יִפְעָֽל׃ |
17 | Het onheil dat hij
stichtte, zal op zijn eigen hoofd terugkeren, en zijn geweld op zijn eigen
kruin neerkomen. | יָשׁ֣וּב עֲמָל֣וֹ בְרֹאשׁ֑וֹ וְעַ֥ל קָ֝דְקֳד֗וֹ חֲמָס֥וֹ יֵרֵֽד׃ |
|
18 | Ik zal JaHUaH loven
om Zijn gerechtigheid, en de Naam JaHUaH, van de Allerhoogste,
bezingen met muziek. | אוֹדֶ֣ה יְהוָ֣ה כְּצִדְק֑וֹ וַ֝אֲזַמְּרָ֗ה שֵֽׁם־יְהוָ֥ה עֶלְיֽוֹן׃ |
Psalm 7
Korte bespreking
In vers 1-3 zien we dat David onder andere door een zekere Kush, van de
stam Benjamin, heftig met woorden werd aangevallen. Hij zoekt zijn steun
en bescherming bij zijn God, JaHUaH. Het is zijn ziel - de combinatie
van lichaam én geest2 - die bedreigd wordt, waarvoor hij
bescherming zoekt.
Hij wordt geheel ten onrechte belaagd. Dat gaat totaal in tegen hoe hij
zelf was. In vers 4-6 geeft David weer dat het voor hem héél belangrijk was
om niet iemand kwaad voor goed te vergelden, of dus zonder oorzaak te
bedreigen. We zien dat ook in zijn leven, hoe hij bijvoorbeeld met Saul
omging die hem naar het leven stond, maar wiens leven hij spaarde, ook toen
hij het heel gemakkelijk had kunnen némen (1 Sam.24:1-16).
In vers 7-11 verklaart hij nader wat hij van God vraagt. En in vers 12-14
laat hij zien dat dat is hoe hij God JaHUaH al kent. In vers 12 heb ik
de Hebreeuwse tekst vertaald als dat God alle dagen verontwaardigd kan zijn
(veel vertalingen hebben hier 'boos', 'toornig' of zelfs 'woedend', maar het
gebruikte Hebreeuwse woord זֹעֵ֥ם - zo‘em, van
de werkwoordstam za‘am, en de context wijzen mij hier meer richting
'ver-ont-waardigd' - het onrecht doet de waardigheid van God tekort.
De verzen 15-17 gaan over degene voor wiens onrecht hij bescherming zoekt -
zowel over hoe hij is en wat hij doet (ongerechtigheid, onheil en leugen),
als over hoe zijn einde zal zijn wanneer God hem zijn daden vergelden zal.
In vers 18 besluit David met wat hij zelf zal doen: God JaHUaH
loven om Zijn gerechtigheid! Mét David mogen ook wij uitroepen:
Hallelu JaHUaH !
Noten
1 |
De glorierijke Naam van God, JaHUaH, komt maar
liefst acht keer in deze bemoedigende Psalm voor. De Psalmist wist - blijkbaar
- wel dat God hem nabij was. Die heerlijke Naam geef ik hier zo goed mogelijk
weer vanuit het oudste Hebreeuwse origineel. Voor meer achtergrond informatie
over deze glorierijke Naam van God, JaHUaH, zie: André H. Roosma,
‘De wonderbare en liefelijke Naam van de God Die er was, Die er is, en Die
er zijn zal’ , uitgebreide Accede!/Hallelu-JaH! studie (ca. 90 p.), juli 2009. |
2 |
Zie wat ik schrijf over geest, ziel en lichaam in de
Bijbel, in het artikel: De רוּחַ
הַקֹּדֶש - de
Ruach ha-Qodesh – De Heilige Geest – niemand minder dan
God Zelf. |
|