Echt lévenDraait het christenleven
om kiezen tussen goed en kwaad? 1
André H. Roosma 22 dec. 2014
Veel christenen lijken te leven vanuit het principe dat het leven bestaat
uit kiezen: kiezen vóór het goede, en tégen het slechte, tegen de zonde. Het gaat er dan om, bij elke keuze te weten wat het juiste is. Er wordt
gestudeerd en zorgvuldig afgewogen om uit te maken wat ‘goed’
en wat ‘fout’ is. De Bijbel wordt gelezen als was hij een wetboek:
dit is goed, en dat is fout. En wat goed en wat fout is, wordt natuurlijk
nauwkeurig vastgelegd. We moeten per slot van rekening goed weten
waar we aan toe zijn. En wie niet ‘goed’ kiest, ligt er uit. Harten bekoelen. De een
zegt: „dit is het juiste”, en de ander: „nee, dát is het
juiste!” Echtparen twisten erover. Vriendschappen lopen erop stuk.
God en de relatie met Hem en elkaar staan niet meer in het middelpunt
maar alleen wie er gelijk heeft. Mensen die zichzelf belangrijk vinden, eisen
dat anderen hèn volgen in hun opvattingen op wat ‘goed’ en
‘niet goed’ is. Steeds meer zaken – dus ook bij-zaken –
worden erin betrokken. Hele kerkscheuringen zijn hieruit
voortgekomen. Het rabbijnse jodendom is hiermee totaal de mist in gegaan (613 geboden of wetten, elk weer in tientallen sub-wetjes nader
uitgelegd; en Jezus niet eens herkennen...).
Is dát het dan? Was dát wat God bedoelde...??
Laten we eens in de Bijbel kijken, wat God bedoelde. Laten we beginnen in
het begin. In Genesis 1 lezen we over de schepping, in Genesis 2 over de
eerste twee mensen: ’Adam en Eva (Hebr.: Chuah). Alles was goed. Ze
wandelden in de hof van ‘Eden, het paradijs, in grote harmonie
met God Zelf. Daar in die heerlijke tuin had God voorzien in hun voeding middels
vruchtdragende bomen. Er was onder andere de Boom des
Lévens en de Boom van Kennis van Goed en Kwaad. Daarmee had
God hen een belangrijke keuze-mogelijkheid gegeven. De Boom des
Lévens getuigde van het volle Léven dat God voor hen bedoeld had.
De Boom van Kennis van Goed en Kwaad werd hen door de tegenstander
voorgehouden als bron van (eigen)
wijsheid en onafhankelijkheid ten opzichte van God (Die, volgens die tegenstander, niet te vertrouwen was...).
Ondanks dat ze Hem kenden, luisterden ze niet naar God maar naar die akelige
tegenstander, die verdeeldheid-zaaier, die afbreker. Ze wilden zelf kunnen
kiezen. Zelf kennis hebben van wat goed is en wat slecht is. Zelf als God
zijn en zelf hun leven invullen. En precies dát was wat ze daarmee verloren: het Léven...
Vaak hoorde ik als pastoraal werker van mensen dat ze leegliepen
of alle energie verloren door dit soort gedrag van belangrijke anderen in
hun omgeving (echtgenoot/echtgenote, manager,
buren, (schoon)familie, kerkelijke leiders, ...).
Het eten van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad, het volgen van dát
levensprincipe gééft niet alleen totaal geen Léven, het zuigt
bovendien alle leven uit je weg en het zaait dus on-leven; dood!
God kiest tóch voor het Léven
Toch gaf God het niet op. God zocht de mens weer op. Keer op keer kwam
Hij ons met Zijn genade en tedere liefde weer tegemoet. Zoals Zijn heerlijke
Naam JaHUaH al aangeeft, zoekt Hij de relatie, het onderlinge
vertrouwen, het Léven. 2 En bij dat Hij dat doet,
maakt Hij Zich heel kwetsbaar. Jezus/Jeshu‘a kwam in onze nacht, in ons on-leven, om dat on-leven, die
dood in Zijn eigen lichaam aan het kruis te laten nagelen en op te staan
in een Nieuw Léven, en dát met ons te delen.
Hij overwon het kwaad. Het is niet meer een kiezen tussen twee
gelijkwaardige dingen. God wil dat ook wij kiezen voor het Léven.
In feite hebben we daardoor weliswaar opnieuw die keus tussen die Boom des
Lévens en die Boom van Kennis van Goed en Kwaad. De keus tussen
Léven in afhankelijkheid van God enerzijds, en anderzijds zelf
uitmaken wat goed en wat fout is. Paulus hanteert daarvoor ook wel de termen:
Léven uit de Geest van God en: leven naar de wet of naar de
letter. Die keus ligt besloten in het feit dat God ons niet maakt tot
marionetten. Waar de keus voor de kennis van goed en kwaad toe leidt, heb ik hierboven al
kort geschetst: verkilling en dood. Laten we eens nader kijken naar wat
die andere optie van het Léven dan wel inhoudt.
Dat Léven is ten eerste iets wat je in genade uit Gods hand
ontvangt. Alles is in de dood en opstanding van Jeshu‘a voorbereid, dat we kunnen Léven in harmonie met
God en elkaar. En dat stemt dus tot grote waardering en dankbaarheid naar
God toe.3 Dat stempelt en bepaalt al gelijk de hele sfeer. Het is
geen eigen verdienste. Ik heb het niet omdat ik zo goed was. Ik heb het uit
Gods liefde, die onuitputtelijk is. In het doorgeven ervan hoef ik dus ook
niet zuinig of karig te zijn.
Dit betekent veel voor onze relatie en omgang met God. Het betekent, dat
ik nieuwsgierig en gretig word om nog meer van Hem te ontvangen. Het
betekent dat ik dagelijks vooral goed en uitgebreid wil leren ontvangen van en luisteren
naar Hem, omdat ik niets van Zijn mooie en liefdevolle aanwijzingen, en
van Zijn mooie invloed in mijn leven wil missen.
Ik moet denken aan die bekende belijdenis van Petrus tegenover Jezus: „U hebt woorden van eeuwig Léven!” Daarom wilde hij graag dicht bij Jezus blijven! Het betekent ook
dat ik kan wachten en loslaten; alles is immers in Zijn hand?! Ik hoef niet
gelijk te krijgen of iets ‘precies juist’ te zien. De wereld is
in Gods hand, dus hoeft niet maakbaar te zijn voor ons, kleine mensen.
Dit betekent ook veel voor onze relatie en omgang met elkaar. In alle
relaties gezien is het een Léven waar we als mensen aan
elkaar gegéven zijn. Persoonlijke verschillen laten dus iets zien
van Gods veelkleurigheid, en worden dus gewaardeerd. Het gaat niet
om welke visie ‘juist’ is en welke ‘onjuist’. Het
gaat erom hoe we elkaar kunnen zegenen in dit Léven!
Concreet: in dit Léven kijk ik hoe ik de ander kan zegenen met
datgene wat God mij in het bijzonder gegeven heeft. En andersom wil ik wat God
mij in de ander geeft, allereerst zien als een verrijking. Wat
God geeft, sluit je dus niet uit en verneder je niet en maak je ook zeker niet
belachelijk. Je kijkt hoe je jezelf én de ander kunt stimuleren
nog meer van dat mooie Léven van God te ontvangen!
Dat geeft aan iedereen waardigheid en energie! Dat laat iedereen op zijn
of haar plaats komen, zoals God het bedoelt.
Hallelu JaH !
Noten
1 |
Over ditzelfde thema schreven Watchman Nee en Witness
Lee ook in hun boek: De basiselementen van het christelijk leven,
Deel 3, Living Stream Ministry, Anaheim CA, 2006; ISBN 0 7363 3176 X
(vertaling van: Basic Elements of the Christian Life, vol. 3; Living
Stream Ministry, 2003). Te bestellen en te downloaden via de website van Rhema Literature Distributors. |
2 |
De glorierijke Naam van God staat voor Zijn wil om
aanwezig te zijn bij de zijnen, en voor het feit dat Hij leven geeft. Deze
heerlijke Naam geef ik hier zo goed mogelijk weer vanuit het oudste Hebreeuwse
origineel. Voor meer achtergrond informatie zie:- ‘De wonderbare en liefelijke Naam van de God Die er was, Die er is, en Die
er zijn zal’
, uitgebreide Accede!/Hallelu-JaH! studie (ca. 90 p.), juli 2009.
- ‘„IK BEN met u!” – Leven
vanuit de belofte van Gods heerlijke Naam’
, Accede! / Immanuel levensstijl web-artikel, nov.
2010.
- ‘Leven, veiligheid en verbondenheid in blijde aanbidding, uit de hand van
God’
, Hallelu-JaH! webartikel, januari
2011.
Meer op de artikelen-pagina. |
3 |
Vergelijk wat Abraham Kuyper, de bekende Nederlandse
christen-politicus (oprichter van de ARP en de VU)
meer dan een eeuw geleden zei in zijn 2e Stone-lezing over Calvinisme en
Religie: „En oorspronkelijk, naar zijn
aard, is de religie uitsluitend expressie van bewondering en
aanbidding, die verheft en samenbindt, niet van een gevoel
van afhankelijkheid dat scheidt en terneerdrukt.” (Bron: Abraham Kuyper, Lectures on Calvinism , WM.B. Eerdmans, Grand Rapids MI, USA, 1898/ 1931; mijn
vertaling.) |
Zie ook: Pablo Martínez en Ali Hull, De kerk als een therapeutische gemeenschap’ Groei magazine,
juni 2009.
Enkele van de vorige artikelen: We willen weten – De drang om alles
in onze handen te hebben, versus kinderlijk vertrouwen in een goede God. En in de serie: ‘De veelzeggende Naam van God’: ‘(5) De betekenis van Gods glorierijke
Naam יהוה - JaHUaH’, 24 nov. 2014; ‘(6) Behoudenis in het aanroepen van de
Naam’, 28 nov. 2014; ‘(7) de Lofzangen van Mariam en
Channah’, 1 dec. 2014; ‘(8)
Gods dierbare Naam kennen en aanroepen, en de gevolgen daarvan’,
16 dec. 2014; ‘(9) In de Bijbel krijgen belangrijke
personen een naam’, 19 dec. 2014.
|